Somnolencia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

somnolencia:
- doezelen; soezen; gedommel; dommelen; gedoezel; gesoes; dutten; gedut; slaperigheid; slaapdronkenheid; lodderigheid; soezerigheid
Wiktionary:
- somnolencia → slaperig, slaperigheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor somnolencia (Spaans) in het Nederlands

la somnolencia
doezelen; het soezen; gedommel; dommelen; gedoezel; gesoes
- doezelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- soezen [het ~] zelfstandig naamwoord
- gedommel [znw.] zelfstandig naamwoord
- dommelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- gedoezel [znw.] zelfstandig naamwoord
- gesoes [znw.] zelfstandig naamwoord
la somnolencia (dormir ligeramente; soñolencia)
het dutten; gedut
- dutten [het ~] zelfstandig naamwoord
- gedut [znw.] zelfstandig naamwoord
la somnolencia (soñolencia)
de slaperigheid; slaapdronkenheid; lodderigheid; soezerigheid
- slaperigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slaapdronkenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- lodderigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- soezerigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doezelen	somnolencia
dommelen	somnolencia
dutten	dormir ligeramente; somnolencia; soñolencia
gedoezel	somnolencia
gedommel	somnolencia
gedut	dormir ligeramente; somnolencia; soñolencia
gesoes	somnolencia
lodderigheid	somnolencia; soñolencia
slaapdronkenheid	somnolencia; soñolencia
slaperigheid	somnolencia; soñolencia
soezen	somnolencia
soezerigheid	somnolencia; soñolencia
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doezelen		dormitar; echar un sueño; estar adormilado; estar dormitando; estar en la luna; estar medio dormido; soñar despierto
dommelen		dormitar; echar un sueño; estar adormilado; estar dormitando; estar en la luna; estar medio dormido; soñar despierto
dutten		dormitar; echar un sueño; estar adormilado; estar dormitando; estar en la luna; estar medio dormido; soñar despierto
soezen		dormitar; echar un sueño; estar adormilado; estar dormitando; estar en la luna; estar medio dormido; soñar despierto

Cross Translation:

From	To	Via
• somnolencia	→ slaperig	↔ drowsiness — State of being drowsy
• somnolencia	→ slaperigheid	↔ Schläfrigkeit — das Verspüren des Bedürfnisses nach Schlaf, die Neigung zum Einschlafen