Signo in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

signo:
- bewijs; teken; blijk; signaal; sein; wenk; herkenningsteken; gebaar; geste
Wiktionary:
- signo → merkteken
- signo → teken

Spaans

Uitgebreide vertaling voor signo (Spaans) in het Nederlands

el signo (prueba; documento de prueba; muestra; comprobante)
het bewijs; het teken; het blijk
- bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- teken [het ~] zelfstandig naamwoord
- blijk [het ~] zelfstandig naamwoord
el signo (señal)
het teken; het signaal
- teken [het ~] zelfstandig naamwoord
- signaal [het ~] zelfstandig naamwoord
el signo (seña; señal)
het sein; het teken; de wenk
- sein [het ~] zelfstandig naamwoord
- teken [het ~] zelfstandig naamwoord
- wenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el signo (señal para ser reconocido; sello; distintivo; signo distintivo; muestra; marca; matrícula; señal; característica; emblema; rótulo; artículo de marca; distinción concedida; rasgo característico)
het herkenningsteken
- herkenningsteken [het ~] zelfstandig naamwoord
el signo (gesto; muestra; seña; señal; proceder; acción; ademán)
het gebaar; de geste
- gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
- geste [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewijs	comprobante; documento de prueba; muestra; prueba; signo	boleta de caja; certificado; evidencia; prueba; recibo; vale de caja
blijk	comprobante; documento de prueba; muestra; prueba; signo
gebaar	acción; ademán; gesto; muestra; proceder; seña; señal; signo	acción; conducta; ejercicio; gesto; marcha; pasadizo; rebosamiento; traslado
geste	acción; ademán; gesto; muestra; proceder; seña; señal; signo
herkenningsteken	artículo de marca; característica; distinción concedida; distintivo; emblema; marca; matrícula; muestra; rasgo característico; rótulo; sello; señal; señal para ser reconocido; signo; signo distintivo
sein	seña; señal; signo
signaal	señal; signo
teken	comprobante; documento de prueba; muestra; prueba; seña; señal; signo	indicación; indicio; insignia; plumazo; señal; síntoma
wenk	seña; señal; signo	gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
teken		carácter

amago; conato; asomo; señal; indicio; síntoma; muestra; manifestación; vislumbre; ribete
banderilla; garapullo; rehilete; palos; repullo; palitroque; arponcillo; alarde; aviso
cifra; guarismo; número
guión; raya; línea
jeroglífico; pictograma; escritura; grafía; representación; figura
letra; carácter; grafema; símbolo
huella

signo

noun

een teken dat ergens op is geplaatst en dat ter identificatie of beloning gebruikt kan worden
- merkteken → marca; seña; signo

Cross Translation:

From	To	Via
• signo	→ teken	↔ Zeichen — etwas sinnlich vernehmbares, das als Hinweis für etwas dient
• signo	→ teken	↔ sign — visible indication
• signo	→ teken	↔ sign — positive or negative polarity