Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- seguro:
-
Wiktionary:
- seguro → assurantie, verzekering
- seguro → betrouwbaar, stellig, veilig, zeker
- seguro → rap, veilig, veiligheidspal, zelfverzekerd, zeker, safe, goedaardig, ongevaarlijk, behouden, geborgen, betrouwbaar, vertrouwd, bona fide, gewis, stellig, vast, vaststaand, verzekerd, wis
Spaans
Uitgebreide vertaling voor seguro (Spaans) in het Nederlands
seguro:
-
el seguro
-
el seguro
de verzekering
-
seguro (sin peligro; a salvo; sin riesgo)
-
seguro (efectivamente; cierto; sin falta; firme; en efecto; resuelto)
zeker; beslist; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid-
zeker bijvoeglijk naamwoord
-
beslist bijvoeglijk naamwoord
-
ongetwijfeld bijwoord
-
vast en zeker bijvoeglijk naamwoord
-
geheid bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (indudable; cierto; sin duda alguna; sin dudar)
ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; geheid; waarlijk-
ongetwijfeld bijwoord
-
zeker bijvoeglijk naamwoord
-
vast en zeker bijvoeglijk naamwoord
-
welzeker bijwoord
-
waarachtig bijvoeglijk naamwoord
-
beslist bijvoeglijk naamwoord
-
voorzeker bijwoord
-
heus bijvoeglijk naamwoord
-
gewis bijvoeglijk naamwoord
-
geheid bijvoeglijk naamwoord
-
waarlijk bijwoord
-
-
seguro (con toda seguridad; indudablemente; sin duda; categórico; sin duda alguna)
-
seguro (fiable)
bedrijfszeker-
bedrijfszeker bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (sin riesgo; prudente; inofensivo; inocuo; a salvo; sin peligro)
risicoloos-
risicoloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (probado; eficaz; ensayado; examinado)
beproefd; probaat; deugdelijk-
beproefd bijvoeglijk naamwoord
-
probaat bijvoeglijk naamwoord
-
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (de verdad; no obstante; por cierto; claro que sí; bien es cierto que; verdadero; realmente; sí; auténtico; verdaderamente; que sí; ciertamente; en realidad; a fin de cuentas; cierto que; es verdad que; cierto que sí; muy correcto)
-
seguro (confiable)
vertrouwend-
vertrouwend bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (confiable)
vertrouwende-
vertrouwende bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor seguro:
Verwante woorden van "seguro":
Synoniemen voor "seguro":
Wiktionary: seguro
seguro
Cross Translation:
noun
-
verzekering
-
overeenkomst waarmee men zorgt voor vergoeding van schade, diefstal e.d. door het betalen van een premie aan degene die verzekert
-
te vertrouwen, zo dat men zich erop kan verlaten
-
met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend
-
niet aan gevaar blootstaand
-
waaraan niet getwijfeld hoeft te worden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• seguro | → rap | ↔ gewandt — geschickt, elegant |
• seguro | → veilig | ↔ safe — not in danger |
• seguro | → veiligheidspal | ↔ safety — mechanism to prevent accidental firing |
• seguro | → zelfverzekerd | ↔ self-confident — confident in one's abilities |
• seguro | → zeker | ↔ sure — certain, reliable |
• seguro | → safe; veilig; zeker; goedaardig; ongevaarlijk; behouden; geborgen; betrouwbaar; vertrouwd; bona fide; gewis; stellig; vast; vaststaand; verzekerd; wis | ↔ sûr — dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai. |