Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. saliva:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor saliva (Spaans) in het Nederlands

saliva:

saliva [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la saliva
    het speeksel; spog; de kwijl; het spuug
    • speeksel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spog [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kwijl [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spuug [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la saliva (mucosidad; flema; moco; baba)
    de slijm
    • slijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saliva:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwijl saliva baba
slijm baba; flema; moco; mucosidad; saliva
speeksel saliva
spog saliva
spuug saliva

Synoniemen voor "saliva":


Wiktionary: saliva

saliva
noun
  1. vocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren

Cross Translation:
FromToVia
saliva speeksel saliva — liquid secreted into the mouth
saliva kwijl; speeksel; zever bavesalive épaisse et visqueux qui découler de la bouche.
saliva kwijl; speeksel; zever salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van saliva