Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal rupturas

Vertaal rupturas van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rupturas:
  2. ruptura:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor rupturas (Spaans) in het Nederlands

rupturas:

rupturas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rupturas (cismas)
    de scheuringen; de schisma's
  2. la rupturas
    de verbrekingen

Vertaal Matrix voor rupturas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheuringen cismas; rupturas
schisma's cismas; rupturas
verbrekingen rupturas

Verwante woorden van "rupturas":


ruptura:

ruptura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ruptura (avance; desbloqueo)
    de doorbraak; doorbreken; de doorbreking
  2. la ruptura (fracción; grieta; rotura; )
    de breuk; de scheur; de barst; de krak
    • breuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • scheur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • barst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • krak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la ruptura (parte; pieza; sección; )
    het stuk; het deel; het gedeelte; de part; de fractie
    • stuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedeelte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • part [de ~] zelfstandig naamwoord
    • fractie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la ruptura (interrupción; fracción; rotura)
    de onderbreking; de interruptie; de verbreking; de breuk
  5. la ruptura (quebrantamiento)
    breken
    • breken [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. la ruptura (rotura de un dique; innovación; gran paso adelante)
    de dijkbreuk
  7. la ruptura
    de ruptuur; de scheuring
    • ruptuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • scheuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  8. la ruptura (rotura; rajadura)
    openscheuring

Vertaal Matrix voor ruptura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barst fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura entalladura; escopladura; muesca
breken quebrantamiento; ruptura
breuk fracción; grieta; hendidura; interrupción; quebradura; raja; rotura; ruptura fracción; fractura; rotura
deel estatura; fracción; fractura; fragmento; lote; parte; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección banda; baranda; barra; bienes hereditarios; borde; cinta; coacción; componente fundamental; compresión; edición; elemento básico; empuje; encuadernación; era; franja; herencia; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; pedazo; pieza; pieza hereditaria; porción; presión; ración; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; trozo; volumen; volumen del sonido; vínculo
dijkbreuk gran paso adelante; innovación; rotura de un dique; ruptura
doorbraak avance; desbloqueo; ruptura
doorbreken avance; desbloqueo; ruptura
doorbreking avance; desbloqueo; ruptura
fractie estatura; fracción; fractura; fragmento; lote; parte; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección componente fundamental; elemento básico
gedeelte estatura; fracción; fractura; fragmento; lote; parte; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección
interruptie fracción; interrupción; rotura; ruptura
krak fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura
onderbreking fracción; interrupción; rotura; ruptura abstención; abstinencia; aplazamiento; demora; descanso; intermedio; interrupción; pausa; reposo; respiro
openscheuring rajadura; rotura; ruptura
part estatura; fracción; fractura; fragmento; lote; parte; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección parte; pedazo; pieza; porcentaje; porción; ración; trozo
ruptuur ruptura
scheur fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura descosido; entalladura; escopladura; muesca
scheuring ruptura cisma; conflicto; discordia; guerra religiosa; lucha religiosa
stuk estatura; fracción; fractura; fragmento; lote; parte; pieza; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección artillería; belleza; cañones; cañón; componente fundamental; elemento básico; espectáculo; hombre muy guapo; mujer muy guapa; obra de teatro; persona guapa; publicación; tragedia; tía buena; tío bueno
verbreking fracción; interrupción; rotura; ruptura segregatión
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breken caer; demoler; derribar; desguazar; doblar; estallar; extinguirse; fracturar; hacer pedazos; hacer trizas; morir; quebrar; refractar; romper; romper en pedazos
doorbreken atravesar; despegar; hacer carrera; romperse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk a pedazos; arruinado; averiado; dañado; defectuoso; desarreglado; descompuesto; destrozado; en pedazos; estropeado; hecho pedazos; hecho trizas; no funciona; quebrado; roto
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel mosaico

Verwante woorden van "ruptura":


Synoniemen voor "ruptura":


Wiktionary: ruptura

Cross Translation:
FromToVia
• ruptura → onderbreking; ontregeling ↔ disruption — interruption







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0498 seconde
Page rendered in 1.0 seconds