Spaans

Uitgebreide vertaling voor ropa (Spaans) in het Nederlands

ropa:

ropa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ropa (vestidos; vestimenta; vestiduras; ropaje; trajes)
    de kleding; de kleren; de tenue; de plunje
    • kleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plunje [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la ropa
    de kleren; het goed
    • kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • goed [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la ropa
    het goed; het wasgoed
    • goed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wasgoed [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la ropa
    de kleding
    • kleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. la ropa (vestuario; guardarropa)
    de vestiaire; de garderobe
  6. la ropa (traje folclórico; traje regional; vestido; )
    de klederdracht; folkloristisch kostuum; de dracht
  7. la ropa (vestuario; guardarropa; ropero)
    de hangkast
  8. la ropa (equipo; utillaje; amoblamiento; )
    de uitrusting; de outfit; de outillage; de versiering; de uitmonstering; benodigde; de uitzet; de monstering

Vertaal Matrix voor ropa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benodigde adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta
dracht ropa; ropaje; traje; traje folclórico; traje regional; uniforme; vestido; vestidos embarazo
folkloristisch kostuum ropa; ropaje; traje; traje folclórico; traje regional; uniforme; vestido; vestidos
garderobe guardarropa; ropa; vestuario guardarropa; vestuario
goed ropa artículo; bien; cosa; objeto; tejido; tela
hangkast guardarropa; ropa; ropero; vestuario
klederdracht ropa; ropaje; traje; traje folclórico; traje regional; uniforme; vestido; vestidos
kleding ropa; ropaje; trajes; vestidos; vestiduras; vestimenta
kleren ropa; ropaje; trajes; vestidos; vestiduras; vestimenta ropaje; vestidura
monstering adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta
outfit adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta
outillage adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta
plunje ropa; ropaje; trajes; vestidos; vestiduras; vestimenta
tenue ropa; ropaje; trajes; vestidos; vestiduras; vestimenta ropaje; uniforme; vestidura
uitmonstering adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta
uitrusting adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta equipamiento; equipo; herramientas; objeto de equipo
uitzet adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta ajuar; ajuar de boda; canastilla; equipo de novia
versiering adorno; amoblamiento; equipo; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta adorno; aliño; atavío; decoración; ornamento
vestiaire guardarropa; ropa; vestuario
wasgoed ropa colada; lavado
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goed acertado; bien; bueno; correcto; exactamente; exacto; justamente; justo

Verwante woorden van "ropa":

  • ropas

Synoniemen voor "ropa":


Wiktionary: ropa

ropa
noun
  1. het textiel voor de bedekking van het lichaam
  2. een deel van de kleding
  3. de uitgezette koers die een vliegtuig / vaartuig zou moeten volgen

Cross Translation:
FromToVia
ropa kleding apparel — clothing
ropa kleren clothes — apparel
ropa kleding; kledij clothing — clothes
ropa kledij; kleding wear — clothing
ropa kleding Kleidung — Gesamtheit der Kleider [2]
ropa kledingstuk Kleidungsstück — einzelnes Stück oder Element der Kleidung
ropa was WäschePlural ungebräuchlich: Gesamtheit mehrerer Kleidungs- und Textilstücke, die kürzlich gewaschen wurden oder gewaschen werden sollen
ropa gewaad; kledingstuk; rok habit — Tout ce qui est fait pour couvrir le corps, excepté le linge, la coiffure et la chaussure (Sens général)

Verwante vertalingen van ropa