Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- retroceder:
-
Wiktionary:
- retroceder → achteruitgaan
- retroceder → achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, toegeven, afstaan, wijken
Spaans
Uitgebreide vertaling voor retroceder (Spaans) in het Nederlands
retroceder:
-
retroceder (dimitir; retirarse; presentar la dimisión)
-
retroceder (dimitir; retirar; retirarse; dimitir del cargo; cesar)
-
retroceder (retirarse)
-
retroceder (arredrarse; retirarse; echarse para atrás)
terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen-
achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)
-
achteruitdeinzen werkwoord (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)
-
retroceder (dar marcha atrás)
Conjugations for retroceder:
presente
- retrocedo
- retrocedes
- retrocede
- retrocedemos
- retrocedéis
- retroceden
imperfecto
- retrocedía
- retrocedías
- retrocedía
- retrocedíamos
- retrocedíais
- retrocedían
indefinido
- retrocedí
- retrocediste
- retrocedió
- retrocedimos
- retrocedisteis
- retrocedieron
fut. de ind.
- retrocederé
- retrocederás
- retrocederá
- retrocederemos
- retrocederéis
- retrocederán
condic.
- retrocedería
- retrocederías
- retrocedería
- retrocederíamos
- retrocederíais
- retrocederían
pres. de subj.
- que retroceda
- que retrocedas
- que retroceda
- que retrocedamos
- que retrocedáis
- que retrocedan
imp. de subj.
- que retrocediera
- que retrocedieras
- que retrocediera
- que retrocediéramos
- que retrocedierais
- que retrocedieran
miscelánea
- ¡retrocede!
- ¡retroceded!
- ¡no retrocedas!
- ¡no retrocedáis!
- retrocedido
- retrocediendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor retroceder:
Synoniemen voor "retroceder":
Wiktionary: retroceder
retroceder
Cross Translation:
verb
-
naar achteren gaan, achteruitlopen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• retroceder | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
Computer vertaling door derden: