Rencor in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

rencor:
- rancune; haatdragendheid; verbittering; wrok; vijandschap; vete; naijver; nijd; onverzoenlijkheid; ressentiment; knorrigheid; kregelheid
Wiktionary:
- rencor → rancune, wrok, boosaardigheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor rencor (Spaans) in het Nederlands

el rencor (resentimiento)
de rancune; de haatdragendheid
- rancune [de ~] zelfstandig naamwoord
- haatdragendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el rencor (amargura; amargor; resentimiento)
de verbittering; de wrok
- verbittering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- wrok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el rencor (animosidad; resentimiento; enemistad; enemistad hereditaria; odio de familia)
de vijandschap; de vete
- vijandschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vete [de ~] zelfstandig naamwoord
el rencor (envidia; celosía; cortinas; resentimiento; persianas; estor)
de naijver
- naijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el rencor (envidia; resentimiento)
de nijd
- nijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el rencor (irreconciliabilidad)
de onverzoenlijkheid
- onverzoenlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el rencor (resentimiento; envidia; celos)
het ressentiment
- ressentiment [het ~] zelfstandig naamwoord
el rencor (mal humor; resentimiento; gruñon; irritación)
de knorrigheid; kregelheid
- knorrigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kregelheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
haatdragendheid	rencor; resentimiento
knorrigheid	gruñon; irritación; mal humor; rencor; resentimiento
kregelheid	gruñon; irritación; mal humor; rencor; resentimiento
naijver	celosía; cortinas; envidia; estor; persianas; rencor; resentimiento
nijd	envidia; rencor; resentimiento
onverzoenlijkheid	irreconciliabilidad; rencor
rancune	rencor; resentimiento
ressentiment	celos; envidia; rencor; resentimiento
verbittering	amargor; amargura; rencor; resentimiento
vete	animosidad; enemistad; enemistad hereditaria; odio de familia; rencor; resentimiento	conflicto; discordia
vijandschap	animosidad; enemistad; enemistad hereditaria; odio de familia; rencor; resentimiento	animosidad; enemistad; enemistad hereditaria; hostilidad
wrok	amargor; amargura; rencor; resentimiento

Cross Translation:

From	To	Via
• rencor	→ rancune; wrok	↔ grudge — deep seated animosity
• rencor	→ rancune; wrok	↔ rancor — the deepest malignity or spite
• rencor	→ boosaardigheid; wrok	↔ spite — ill-will or hatred toward another; a desire to vex or injure
• rencor	→ rancune	↔ Groll — gehoben: lang anhaltender, aber stiller Zorn, versteckter Hass, verborgene Feindschaft
• rencor	→ rancune	↔ Ranküne — gehoben, veraltend: heimliche Feindschaft, Groll, Rachsucht