Remisión in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

remisión:
- uitstel; respijt; versturen; verzenden; posten; wegsturen; afzenden
Wiktionary:
- remisión → remissie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor remisión (Spaans) in het Nederlands

la remisión (traslado; demora; desplazamiento; descanso; respiro; aplazamiento)
het uitstel; het respijt
- uitstel [het ~] zelfstandig naamwoord
- respijt [het ~] zelfstandig naamwoord
la remisión (expedición)
versturen; verzenden; het posten; wegsturen; afzenden
- versturen [znw.] zelfstandig naamwoord
- verzenden [znw.] zelfstandig naamwoord
- posten [het ~] zelfstandig naamwoord
- wegsturen [znw.] zelfstandig naamwoord
- afzenden [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzenden	expedición; remisión
posten	expedición; remisión	echar al correo
respijt	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado	aplazamiento; demora; descanso; plazo de reflexión; plazo para reflexionar; respiradero; respiro
uitstel	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado	aplazamiento; demora; descanso; respiro
versturen	expedición; remisión
verzenden	expedición; remisión
wegsturen	expedición; remisión
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
posten		aparcar; apartar; colocar; colocarse; componer; deponer; despedir; destinar; destituir; echar; echar al buzón; echar al correo; emitir; enviar; estacionar; estar echado; excarcelar; expedir; exponer; expulsar; instalar; mandar; mandar a; meter; publicar; rechazar; remitir; retransmitir; soltar; ubicar
versturen		enviar; expedir; mandar; remitir; repartir; retransmitir; suministrar
verzenden		apartar; deponer; despachar; despedir; destituir; disolver; distribuir; echar; echar al correo; emitir; enviar; excarcelar; expedir; expulsar; mandar; rechazar; remitir; retransmitir; soltar
wegsturen		apartar; declinar; deponer; despachar; despedir; destituir; disolver; echar; echar al correo; emitir; enviar; excarcelar; expedir; expulsar; mandar; rechazar; remitir; retransmitir; soltar

remisión

noun

tijdelijke vermindering of verdwijning van ziekteverschijnselen
- remissie → remisión

Computer vertaling door derden:

Remove Ads