Religión in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

religión:
- religie; geloof; godsdienst; geloofsovertuiging; gezindheid; confessie; gezindte
Wiktionary:
- religión → geloof, godsdienst, religie
- religión → geloof, religie, godsdienst, geloofsovertuiging

Spaans

Uitgebreide vertaling voor religión (Spaans) in het Nederlands

la religión (convicción religiosa; creencia; culto; convicciones religiosas; convicciones; creencias)
de religie; het geloof; de godsdienst
- religie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloof [het ~] zelfstandig naamwoord
- godsdienst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la religión (convicción religiosa; crédito; culto; creencias; doctrina; creencia; inclinación; convicciones)
de geloofsovertuiging; het geloof; de gezindheid; de confessie; de gezindte
- geloofsovertuiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloof [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- confessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezindte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la religión
de godsdienst
- godsdienst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
confessie	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	confesión
geloof	convicciones; convicciones religiosas; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	confianza; convicción; creencia; fe
geloofsovertuiging	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión
gezindheid	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	actitud; concepto; convencimiento; convicción; credo; disposición; filiación; idea; inclinación; juicio; noción; opinión; parecer; persuasión; postura; punto de vista; simpatías; tendencia; toma de posición
gezindte	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión
godsdienst	convicciones; convicciones religiosas; convicción religiosa; creencia; creencias; culto; religión
religie	convicciones; convicciones religiosas; convicción religiosa; creencia; creencias; culto; religión

religión

noun

godsdienst
- geloof → religión; fe
een geloof en alle daar bij horende rituelen en doctrines
- godsdienst → religión
een godsdienst
- religie → religión

Cross Translation:

From	To	Via
• religión	→ geloof; religie	↔ Religion — im weiten Sinne: kodifizieren und/ oder auf Überlieferung beruhende Kult-/Glaubenspraxis und -Auslegung
• religión	→ godsdienst; geloofsovertuiging; religie	↔ religion — system of beliefs dealing with soul, deity and/or life after death
• religión	→ religie; geloof; godsdienst	↔ religion — (religion) système de représentation du monde et de croyances reliant les hommes entre eux au sein de leurs communautés et les reliant à leur environnement naturel, fondé sur la foi dans l’existence de forces inconnues - appelées aussi Dieu(x) - qui lui ont d