Spaans
Uitgebreide vertaling voor recriminar (Spaans) in het Nederlands
recriminar:
-
recriminar (reprochar; echar en cara; desacreditar)
beschuldigen; iemand iets verwijten; blameren; kwalijk nemen; nadragen; voor de voeten gooien; iemand iets aanrekenen; laken; aanwrijven-
iemand iets verwijten werkwoord
-
kwalijk nemen werkwoord
-
voor de voeten gooien werkwoord
-
iemand iets aanrekenen werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
recriminar (guardar rencor)
Conjugations for recriminar:
presente
- recrimino
- recriminas
- recrimina
- recriminamos
- recrimináis
- recriminan
imperfecto
- recriminaba
- recriminabas
- recriminaba
- recriminábamos
- recriminabais
- recriminaban
indefinido
- recriminé
- recriminaste
- recriminó
- recriminamos
- recriminasteis
- recriminaron
fut. de ind.
- recriminaré
- recriminarás
- recriminará
- recriminaremos
- recriminaréis
- recriminarán
condic.
- recriminaría
- recriminarías
- recriminaría
- recriminaríamos
- recriminaríais
- recriminarían
pres. de subj.
- que recrimine
- que recrimines
- que recrimine
- que recriminemos
- que recriminéis
- que recriminen
imp. de subj.
- que recriminara
- que recriminaras
- que recriminara
- que recrimináramos
- que recriminarais
- que recriminaran
miscelánea
- ¡recrimina!
- ¡recriminad!
- ¡no recrimines!
- ¡no recriminéis!
- recriminado
- recriminando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor recriminar:
Synoniemen voor "recriminar":
Computer vertaling door derden: