Reconstruir in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

reconstruir:
- verbouwen; vertimmeren; reconstrueren; opnieuw bouwen; herbouwen; omzetten; converteren; verwisselen; opnieuw laten afspelen
Wiktionary:
- reconstruir → reconstrueren
- reconstruir → reconstrueren, heropbouwen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor reconstruir (Spaans) in het Nederlands

reconstruir:

reconstruir werkwoord

reconstruir (remodelar; renovar; reformar; modificar; transformar)
verbouwen; vertimmeren
- verbouwen werkwoord (verbouw, verbouwt, verbouwde, verbouwden, verbouwd)
- vertimmeren werkwoord (vertimmer, vertimmert, vertimmerde, vertimmerden, vertimmerd)
reconstruir (reedificar)
reconstrueren; opnieuw bouwen; herbouwen
- reconstrueren werkwoord (reconstrueer, reconstrueert, reconstrueerde, reconstrueerden, gereconstrueerd)
- opnieuw bouwen werkwoord
- herbouwen werkwoord (herbouw, herbouwt, herbouwde, herbouwden, herbouwd)
reconstruir (convertir; cambiar de sitio; cambiar; conmutar; canjear por; cambiar por)
omzetten; converteren; verwisselen
- omzetten werkwoord (zet om, zette om, zetten om, omgezet)
- converteren werkwoord (converteer, converteert, converteerde, converteerden, geconverteerd)
- verwisselen werkwoord (verwissel, verwisselt, verwisselde, verwisselden, verwisseld)
reconstruir (reconstituir)
reconstrueren; opnieuw laten afspelen
- reconstrueren werkwoord (reconstrueer, reconstrueert, reconstrueerde, reconstrueerden, gereconstrueerd)
- opnieuw laten afspelen werkwoord

Conjugations for reconstruir:

presente

reconstruyo
reconstruyes
reconstruye
reconstruimos
reconstruís
reconstruyen

imperfecto

reconstruía
reconstruías
reconstruía
reconstruíamos
reconstruíais
reconstruían

indefinido

reconstruí
reconstruiste
reconstruyó
reconstruimos
reconstruisteis
reconstruyeron

fut. de ind.

reconstruiré
reconstruirás
reconstruirá
reconstruiremos
reconstruiréis
reconstruirán

condic.

reconstruiría
reconstruirías
reconstruiría
reconstruiríamos
reconstruiríais
reconstruirían

pres. de subj.

que reconstruya
que reconstruyas
que reconstruya
que reconstruyamos
que reconstruyáis
que reconstruyan

imp. de subj.

que reconstruiera
que reconstruieras
que reconstruiera
que reconstruiéramos
que reconstruierais
que reconstruieran

miscelánea

¡reconstruye!
¡reconstruid!
¡no reconstruyas!
¡no reconstruyáis!
reconstruido
reconstruyendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor reconstruir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verbouwen		cultivo
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
converteren	cambiar; cambiar de sitio; cambiar por; canjear por; conmutar; convertir; reconstruir	convertir
herbouwen	reconstruir; reedificar
omzetten	cambiar; cambiar de sitio; cambiar por; canjear por; conmutar; convertir; reconstruir	resolver
opnieuw bouwen	reconstruir; reedificar
opnieuw laten afspelen	reconstituir; reconstruir
reconstrueren	reconstituir; reconstruir; reedificar
verbouwen	modificar; reconstruir; reformar; remodelar; renovar; transformar	criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
vertimmeren	modificar; reconstruir; reformar; remodelar; renovar; transformar
verwisselen	cambiar; cambiar de sitio; cambiar por; canjear por; conmutar; convertir; reconstruir	alterar; alternar; cambiar; cambiar por; canjear; confundir; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; intercambiar; mezclar; modificar; reemplazar; reformar; remendar; renovar; reparar; reponer; revelar; sustituir; transformar; variar

Synoniemen voor "reconstruir":

reedificar; rehacer; restablecer; reparar; recobrar; restaurar

Wiktionary: reconstruir

reconstruir

verb

weder opbouwen
- reconstrueren → reconstituir; reconstruir

Cross Translation:

From	To	Via
• reconstruir	→ reconstrueren	↔ rekonstruieren — Architektur: etwas Zerstörtes oder nicht mehr Vorhandenes (aus den Überresten oder oder mit Hilfe indirekter Zeugnisse) möglichst originalgetreu wiederaufbauen und/oder nachbilden
• reconstruir	→ heropbouwen	↔ rebuild — to build again
• reconstruir	→ reconstrueren	↔ reconstruct — to construct again

Computer vertaling door derden: