Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- recibir:
-
Wiktionary:
- recibir → krijgen, onthalen, ontvangen, toucheren
- recibir → ontvangen, verkrijgen, krijgen, aanvaarden, akcepteren, pakken, bekomen, aannemen, accepteren, als zoon aannemen, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken, genieten, toucheren
Spaans
Uitgebreide vertaling voor recibir (Spaans) in het Nederlands
recibir:
-
recibir (aceptar; evitar; embolsar; huir; escapar; huir de; escaparse; embolsarse; escapar de; huirse de)
ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; opstrijken-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
recibir (aceptar)
ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden; in ontvangst nemen-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
recibir
-
recibir (acoger)
-
recibir (adueñarse de; conseguir; obtener; adquirir; captar; apropiarse; apoderarse de)
verkrijgen; verwerven; iets bemachtigen; kopen; eigen maken-
iets bemachtigen werkwoord
-
eigen maken werkwoord
-
recibir (aceptar; acotar)
-
recibir (adquirir; cobrar)
-
recibir (aprender; sacar; adquirir; conseguir; apoderarse de)
Conjugations for recibir:
presente
- recibo
- recibes
- recibe
- recibimos
- recibís
- reciben
imperfecto
- recibía
- recibías
- recibía
- recibíamos
- recibíais
- recibían
indefinido
- recibí
- recibiste
- recibió
- recibimos
- recibisteis
- recibieron
fut. de ind.
- recibiré
- recibirás
- recibirá
- recibiremos
- recibiréis
- recibirán
condic.
- recibiría
- recibirías
- recibiría
- recibiríamos
- recibiríais
- recibirían
pres. de subj.
- que reciba
- que recibas
- que reciba
- que recibamos
- que recibáis
- que reciban
imp. de subj.
- que recibiera
- que recibieras
- que recibiera
- que recibiéramos
- que recibierais
- que recibieran
miscelánea
- ¡recibe!
- ¡recibid!
- ¡no recibas!
- ¡no recibáis!
- recibido
- recibiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor recibir:
Synoniemen voor "recibir":
Wiktionary: recibir
recibir
Cross Translation:
verb
Cross Translation: