Recargo in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

recargo:
- kosten; belasting; heffing; leges; opcenten
recargar:
- herladen; opnieuw laden; laden; bevrachten; beladen; inladen; opladen elektriciteit
Wiktionary:
- recargar → opladen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor recargo (Spaans) in het Nederlands

recargo:

recargo [el ~] zelfstandig naamwoord

el recargo (derechos; costas; coste; gastos; costo; expensas; costes; tasa; imposición; recaudación; exacción)
de kosten; de belasting; de heffing; de leges
- kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el recargo (sobretasa)
de opcenten
- opcenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor recargo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belasting	costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa	carga; carga impositiva; cargar; imposición; impuesto; recaudación; tasa
heffing	costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa
kosten	costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa	coste; gastos
leges	costas; coste; costes; costo; derechos; exacción; expensas; gastos; imposición; recargo; recaudación; tasa
opcenten	recargo; sobretasa	agios; aumentos

Verwante woorden van "recargo":

recargos, recarga, recargas

recargo vorm van recargar:

recargar werkwoord

recargar
herladen
- herladen werkwoord (herlaad, herlaadt, herlaadde, herlaadden, herladen)
recargar
opnieuw laden
- opnieuw laden werkwoord
recargar (cargar; fletar)
laden; bevrachten; beladen
- laden werkwoord (laad, laadt, laadde, laadden, geladen)
- bevrachten werkwoord (bevracht, bevrachtte, bevrachtten, bevracht)
- beladen werkwoord (belaad, belaadt, belaadde, belaadden, beladen)
recargar (embarcar; cargar)
laden; inladen
- laden werkwoord (laad, laadt, laadde, laadden, geladen)
- inladen werkwoord (laad in, laadt in, laadde in, laadden in, ingeladen)
recargar (cargar; estibar; fletar)
opnieuw laden; opladen elektriciteit
- opnieuw laden werkwoord
- opladen elektriciteit werkwoord

Conjugations for recargar:

presente

recargo
recargas
recarga
recargamos
recargáis
recargan

imperfecto

recargaba
recargabas
recargaba
recargábamos
recargabais
recargaban

indefinido

recargué
recargaste
recargó
recargamos
recargasteis
recargaron

fut. de ind.

recargaré
recargarás
recargará
recargaremos
recargaréis
recargarán

condic.

recargaría
recargarías
recargaría
recargaríamos
recargaríais
recargarían

pres. de subj.

que recargue
que recargues
que recargue
que recarguemos
que recarguéis
que recarguen

imp. de subj.

que recargara
que recargaras
que recargara
que recargáramos
que recargarais
que recargaran

miscelánea

¡recarga!
¡recargad!
¡no recargues!
¡no recarguéis!
recargado
recargando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor recargar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inladen		cargamento; embarque
laden		cargar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beladen	cargar; fletar; recargar
bevrachten	cargar; fletar; recargar
herladen	recargar
inladen	cargar; embarcar; recargar
laden	cargar; embarcar; fletar; recargar	cargar un fusil
opladen elektriciteit	cargar; estibar; fletar; recargar
opnieuw laden	cargar; estibar; fletar; recargar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beladen		agobiado; cargado

Synoniemen voor "recargar":

abigarrar; sobrecargar; mezclar

Wiktionary: recargar

Cross Translation:

From	To	Via
• recargar	→ opladen	↔ aufladen — Technik: etwas mit elektrischer Energie versehen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van recargo