Spaans

Uitgebreide vertaling voor rayo (Spaans) in het Nederlands

rayo:

rayo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rayo (relámpago)
    de bliksem; de weerlicht
    • bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weerlicht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el rayo (brazo)
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el rayo (haz de rayos)
    de straal; de stralenbundel; straalbundel
  4. el rayo (diablo; pobrecito; flecha; )
    de bliksemschicht; de bliksemslag; de bliksem; de flits; de bliksemflits
  5. el rayo (fuego del cielo; relámpago)
    het hemelvuur; de bliksem
    • hemelvuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. el rayo (flash; relámpago; flecha; destello)
    de schicht
    • schicht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rayo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bliksem centelleo; destello; diablo; flash; flecha; fuego del cielo; pobre; pobrecito; rayo; relámpago
bliksemflits centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago
bliksemschicht centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago
bliksemslag centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago
flits centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago flash; flecha
hemelvuur fuego del cielo; rayo; relámpago
schicht destello; flash; flecha; rayo; relámpago
spaak brazo; rayo
straal haz de rayos; rayo
straalbundel haz de rayos; rayo
stralenbundel haz de rayos; rayo
weerlicht rayo; relámpago

Synoniemen voor "rayo":


Wiktionary: rayo

rayo
noun
  1. (formeel, nld) bliksem
  2. een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt

Cross Translation:
FromToVia
rayo weerlicht; bliksem; bliksemschicht; bliksemflits lightning — flash of light
rayo weerlicht; bliksem lightning — discharge
rayo straal ray — beam of light or radiation
rayo spaak spoke — part of a wheel
rayo bliksem; hemelvuur foudre — Fluide électrique
rayo spaake rayon — Baguette qui relie le moyeu à la jante de la roue.
rayo bliksem; hemelvuur éclair — Éclat de lumière

rayo vorm van rayar:

rayar werkwoord

  1. rayar (tachar; borrar)
    doorstrepen
    • doorstrepen werkwoord (streep door, streept door, streepte door, streepten door, doorgestreept)

Conjugations for rayar:

presente
  1. rayo
  2. rayas
  3. raya
  4. rayamos
  5. rayáis
  6. rayan
imperfecto
  1. rayaba
  2. rayabas
  3. rayaba
  4. rayábamos
  5. rayabais
  6. rayaban
indefinido
  1. rayé
  2. rayaste
  3. rayó
  4. rayamos
  5. rayasteis
  6. rayaron
fut. de ind.
  1. rayaré
  2. rayarás
  3. rayará
  4. rayaremos
  5. rayaréis
  6. rayarán
condic.
  1. rayaría
  2. rayarías
  3. rayaría
  4. rayaríamos
  5. rayaríais
  6. rayarían
pres. de subj.
  1. que raye
  2. que rayes
  3. que raye
  4. que rayemos
  5. que rayéis
  6. que rayen
imp. de subj.
  1. que rayara
  2. que rayaras
  3. que rayara
  4. que rayáramos
  5. que rayarais
  6. que rayaran
miscelánea
  1. ¡raya!
  2. ¡rayad!
  3. ¡no rayes!
  4. ¡no rayéis!
  5. rayado
  6. rayando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor rayar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorstrepen borrar; rayar; tachar

Synoniemen voor "rayar":


Wiktionary: rayar


Cross Translation:
FromToVia
rayar uitbetalen; vergoeden; salariëren; bezoldigen entlohnen — (transitiv) jemanden für erbrachte Leistungen bezahlen; veraltet: jemandem den Lohn für etwas zahlen

Verwante vertalingen van rayo