Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ratificar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ratificar (Spaans) in het Nederlands

ratificar:

ratificar werkwoord

  1. ratificar (acreditar; observar; señalar; )
    certificeren; bekrachtigen; waarmerken; bestempelen; merken
    • certificeren werkwoord (certificeer, certificeert, certificeerde, certificeerden, gecertificeerd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • waarmerken werkwoord (waarmerk, waarmerkt, waarmerkte, waarmerkten, gewaarmerkt)
    • bestempelen werkwoord (bestempel, bestempelt, bestempelde, bestempelden, bestempeld)
    • merken werkwoord (merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)
  2. ratificar (aprobar; acreditar; autorizar)
    ratificeren
    • ratificeren werkwoord (ratificeer, ratificeert, ratificeerde, ratificeerden, geratificeerd)
  3. ratificar (acceder; aprobar; autorizar; )
    toestemmen in
    • toestemmen in werkwoord (stem toe in, stemt toe in, stemde toe in, stemden toe in, toegestemd in)

Conjugations for ratificar:

presente
  1. ratifico
  2. ratificas
  3. ratifica
  4. ratificamos
  5. ratificáis
  6. ratifican
imperfecto
  1. ratificaba
  2. ratificabas
  3. ratificaba
  4. ratificábamos
  5. ratificabais
  6. ratificaban
indefinido
  1. ratifiqué
  2. ratificaste
  3. ratificó
  4. ratificamos
  5. ratificasteis
  6. ratificaron
fut. de ind.
  1. ratificaré
  2. ratificarás
  3. ratificará
  4. ratificaremos
  5. ratificaréis
  6. ratificarán
condic.
  1. ratificaría
  2. ratificarías
  3. ratificaría
  4. ratificaríamos
  5. ratificaríais
  6. ratificarían
pres. de subj.
  1. que ratifique
  2. que ratifiques
  3. que ratifique
  4. que ratifiquemos
  5. que ratifiquéis
  6. que ratifiquen
imp. de subj.
  1. que ratificara
  2. que ratificaras
  3. que ratificara
  4. que ratificáramos
  5. que ratificarais
  6. que ratificaran
miscelánea
  1. ¡ratifica!
  2. ¡ratificad!
  3. ¡no ratifiques!
  4. ¡no ratifiquéis!
  5. ratificado
  6. ratificando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor ratificar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waarmerken sellos
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekrachtigen acreditar; observar; pegar un sello; percatarse de; precintar; ratificar; rubricar; sellar; señalar; ver afirmar
bestempelen acreditar; observar; pegar un sello; percatarse de; precintar; ratificar; rubricar; sellar; señalar; ver calificar; calificar de; designar; llamar; mencionar; nombrar; nombrar como; poner el nombre de; titular
certificeren acreditar; observar; pegar un sello; percatarse de; precintar; ratificar; rubricar; sellar; señalar; ver
merken acreditar; observar; pegar un sello; percatarse de; precintar; ratificar; rubricar; sellar; señalar; ver advertir; constatar; contemplar; darse cuenta de; distinguir; entrever; estar presente; marcar; notar; observar; percatarse de; percibir; señalar; ver
ratificeren acreditar; aprobar; autorizar; ratificar
toestemmen in acceder; aprobar; autorizar; consentir en; declarar apto; legalizar; ratificar
waarmerken acreditar; observar; pegar un sello; percatarse de; precintar; ratificar; rubricar; sellar; señalar; ver autenticar; legalizar

Synoniemen voor "ratificar":


Wiktionary: ratificar

ratificar
verb
  1. kracht van wet geven

Cross Translation:
FromToVia
ratificar bekrachtigen ratify — give formal consent to