Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rastrillo:
  2. rastrillar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rastrillo (Spaans) in het Nederlands

rastrillo:

rastrillo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rastrillo
    de hark
    • hark [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rastrillo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hark rastrillo

Synoniemen voor "rastrillo":


Wiktionary: rastrillo

rastrillo
noun
  1. markt voor tweedehands goederen
  2. rommelmarkt, luizenmarkt

Cross Translation:
FromToVia
rastrillo vlooienmarkt; rommelmarkt flea market — an outdoor market selling inexpensive antiques, curios
rastrillo valhek portcullis — gate in the form of a grating
rastrillo riek; gritsel; hark rake — garden tool
rastrillo riek; grietsel HarkeGartengerät zum Ebnen von Beeten und Auflockern des Bodens
rastrillo hark râteau — Outil de jardinier (1)
rastrillo riek; gritsel; hark râteau de jardinier — Outil de jardinier (1)

rastrillar:

rastrillar werkwoord

  1. rastrillar
    aanharken
    • aanharken werkwoord (hark aan, harkt aan, harkte aan, harkten aan, aangeharkt)
  2. rastrillar
    bijeenharken
    • bijeenharken werkwoord (hark bijeen, harkt bijeen, harkte bijeen, harkten bijeen, bijeengeharkt)
  3. rastrillar
    harken
    • harken werkwoord (hark, harkt, harkte, harkten, geharkt)

Conjugations for rastrillar:

presente
  1. rastrillo
  2. rastrillas
  3. rastrilla
  4. rastrillamos
  5. rastrilláis
  6. rastrillan
imperfecto
  1. rastrillaba
  2. rastrillabas
  3. rastrillaba
  4. rastrillábamos
  5. rastrillabais
  6. rastrillaban
indefinido
  1. rastrillé
  2. rastrillaste
  3. rastrilló
  4. rastrillamos
  5. rastrillasteis
  6. rastrillaron
fut. de ind.
  1. rastrillaré
  2. rastrillarás
  3. rastrillará
  4. rastrillaremos
  5. rastrillaréis
  6. rastrillarán
condic.
  1. rastrillaría
  2. rastrillarías
  3. rastrillaría
  4. rastrillaríamos
  5. rastrillaríais
  6. rastrillarían
pres. de subj.
  1. que rastrille
  2. que rastrilles
  3. que rastrille
  4. que rastrillemos
  5. que rastrilléis
  6. que rastrillen
imp. de subj.
  1. que rastrillara
  2. que rastrillaras
  3. que rastrillara
  4. que rastrilláramos
  5. que rastrillarais
  6. que rastrillaran
miscelánea
  1. ¡rastrilla!
  2. ¡rastrillad!
  3. ¡no rastrilles!
  4. ¡no rastrilléis!
  5. rastrillado
  6. rastrillando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor rastrillar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanharken rastrillar
bijeenharken rastrillar
harken rastrillar

Synoniemen voor "rastrillar":

  • rastillar

Wiktionary: rastrillar

rastrillar
verb
  1. bij elkaar halen, opruimen

Cross Translation:
FromToVia
rastrillar eggen hersersoumettre (la terre) à l’action de la herse.
rastrillar harken; aanharken; opharken; uitkammen râtelerramasser avec le râteau.

Computer vertaling door derden: