Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rabí:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rabí (Spaans) in het Nederlands

rabí:

rabí [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rabí (rabino)
    de rabbi; de rabbijn
    • rabbi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rabbijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rabí:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rabbi rabino; rabí
rabbijn rabino; rabí

Verwante woorden van "rabí":

  • rabíes, rabís

Synoniemen voor "rabí":


Wiktionary: rabí

rabí
noun
  1. religieuze, joodse geleerde die een expert is op het gebied van joodse wetgeving

Computer vertaling door derden: