Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal puerta

Vertaal puerta van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

puerta:
- deur; toegangspoort; poort; gate
puerto:
- havenplaats; havenstad; poort
Wiktionary:
- puerta → deur, portier, poort, gate
- puerto → bergpas, haven
- puerto → ree, rede, haven, havenstad, poort

Spaans

Uitgebreide vertaling voor puerta (Spaans) in het Nederlands

puerta:

puerta [la ~] zelfstandig naamwoord

la puerta (éxito; entrada; paso)
de deur
- deur [de ~] zelfstandig naamwoord
la puerta (puerta de entrada)
de toegangspoort; de poort
- toegangspoort [de ~] zelfstandig naamwoord
- poort [de ~] zelfstandig naamwoord
la puerta
de poort
- poort [de ~] zelfstandig naamwoord
la puerta
gate
- gate

Vertaal Matrix voor puerta:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deur	entrada; paso; puerta; éxito
poort	puerta; puerta de entrada	puerto
toegangspoort	puerta; puerta de entrada
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gate	puerta

Verwante woorden van "puerta":

puertas, puerto

Synoniemen voor "puerta":

batiente; cerco; marco; ventana; persiana
portería; meta

Wiktionary: puerta

Cross Translation:

From	To	Via
• puerta	→ deur; portier	↔ door — portal of entry into a building, room or vehicle
• puerta	→ poort	↔ gate — door-like structure outside
• puerta	→ poort	↔ gate — doorway, opening, or passage in a fence or wall
• puerta	→ gate	↔ gate — in an air terminal
• puerta	→ deur	↔ Tür — Architektur: ein trennendes oder verbindendes Element zwischen Räumen oder Bereichen
• puerta	→ deur	↔ porte — ouverture qui permet le passage dans un mur de maison

puerta vorm van puerto:

puerto [el ~] zelfstandig naamwoord

el puerto (ciudad marítima)
de havenplaats; de havenstad
- havenplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
- havenstad [de ~] zelfstandig naamwoord
el puerto
de poort
- poort [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor puerto:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
havenplaats	ciudad marítima; puerto
havenstad	ciudad marítima; puerto	ciudad portuaria
poort	puerto	puerta; puerta de entrada

Verwante woorden van "puerto":

puertos, puerta, puertas

Synoniemen voor "puerto":

dársena; fondeadero; amarradero; ancladero; muelle; descargadero; atracadero
grao; desembarcadero

Wiktionary: puerto

puerto

noun

een lager
- bergpas → puerto; puerto de montaña; desfiladero; paso; paso de montaña; paso desfiladero
natuurlijke of aangelegde aanlegplaats voor schepen.
- haven → puerto

Cross Translation:

From	To	Via
• puerto	→ ree; rede	↔ harbour — place of shelter
• puerto	→ haven	↔ harbour — for ships
• puerto	→ haven	↔ haven — harbour
• puerto	→ haven	↔ port — dock or harbour
• puerto	→ havenstad	↔ port — town or city with a dock or harbour
• puerto	→ poort	↔ port — computing: logical or physical construct into and from which data are transferred
• puerto	→ haven	↔ Hafen — Ort zum natürlichen oder künstlich geschützten Anlegen von Schiffen (sowie übertragen auf andere Fahrzeuge), mit Anlagen zum Löschen, Laden, Reinigen und Ausbessern, an offener See oder an Flussläufen
• puerto	→ haven	↔ port — Port pour bateaux
• puerto	→ poort	↔ port — Port informatique

Verwante vertalingen van puerta