Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. proveedor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor proveedor (Spaans) in het Nederlands

proveedor:

proveedor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el proveedor (suministrador; abastecedor)
    de leverancier; het toeleveringsbedrijf
  2. el proveedor
    de leverancier
  3. el proveedor
  4. el proveedor (proveedor de sincronización)

Vertaal Matrix voor proveedor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leverancier abastecedor; proveedor; suministrador
toeleveringsbedrijf abastecedor; proveedor; suministrador
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
provider proveedor proveedor de servicios
synchronisatievoorziening proveedor; proveedor de sincronización
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
provider proveedor de acceso

Verwante woorden van "proveedor":

  • proveedores

Synoniemen voor "proveedor":


Wiktionary: proveedor

proveedor
noun
  1. beroep|nld iemand die artikelen levert

Cross Translation:
FromToVia
proveedor leverancier LieferantDienstleister: Organisation, die eine Ware für jemanden besorgt oder herstellt und gegebenenfalls auch selbst ausliefern
proveedor leverancier supplier — one who supplies, a provider
proveedor leverancier fournisseur — Celui, celle, entreprise ou particulier, qui entreprendre de faire la fourniture de marchandises, de denrées ou celui chez qui on se les procurer.

Verwante vertalingen van proveedor