Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal producción

Vertaal producción van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. producción:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor producción (Spaans) in het Nederlands

producción:

producción [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la producción (fabricación)
    de productie; de fabricage
  2. la producción
    de productie
  3. la producción (elaboración; confección; fabricación)
    de aanmaak
    • aanmaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la producción (cultivo; cría)
    de reproductie; de voortplanting; de cultuur; het kweken; voortbrenging; de fokkerij; de fok; de teelt; de verbouw; de aanplant; aankweken; de aankweek; aanfok
    • reproductie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voortplanting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cultuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kweken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voortbrenging [znw.] zelfstandig naamwoord
    • fokkerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • teelt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • verbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanplant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aankweken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aankweek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanfok [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. la producción (hechura; elaboración; confección; fabricación; manufactura)
    de maak
    • maak [de ~] zelfstandig naamwoord
    het merk
    – naam die een fabrikant aan een produkt geeft 1
    • merk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welk merk koffie gebruik jij?1
  6. la producción (fabricación; elaboración; confección)
    de vervaardiging; maken; de productie; de fabricage
  7. la producción (fabricación; elaboración; confección)
    de fabricatie
  8. la producción (fabricación; mercancía; producto; manufactura; hechura)
    de makelij
    • makelij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  9. la producción (concepción; procreación)
    voortbrenging; de verwekking

Vertaal Matrix voor producción:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanfok cría; cultivo; producción ganadería
aankweek cría; cultivo; producción
aankweken cría; cultivo; producción cultivo; plantación
aanmaak confección; elaboración; fabricación; producción
aanplant cría; cultivo; producción cultivo; cultivos; plantación; vegetación
cultuur cría; cultivo; producción cultivo; cultivo de vegetales; cultura; referencia cultural
fabricage confección; elaboración; fabricación; producción confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura
fabricatie confección; elaboración; fabricación; producción
fok cría; cultivo; producción ganadería
fokkerij cría; cultivo; producción ganadería
kweken cría; cultivo; producción cultivo
maak confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción
makelij fabricación; hechura; manufactura; mercancía; producción; producto
maken confección; elaboración; fabricación; producción elaboración; fabricación
merk confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción característica; distintivo; emblema; marca; marca comercial; marca registrada; rasgo característico; símbolo
productie confección; elaboración; fabricación; producción
reproductie cría; cultivo; producción reproducción de documentos
teelt cría; cultivo; producción ganadería
verbouw cría; cultivo; producción ganadería
vervaardiging confección; elaboración; fabricación; producción elaboración; fabricación
verwekking concepción; procreación; producción
voortbrenging concepción; cría; cultivo; procreación; producción ganadería
voortplanting cría; cultivo; producción ganadería
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankweken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
kweken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; parir; plantar
maken amasar; armar; arreglar; compilar; componer; concebir; constituir; convertirse en; corregir; crear; dar forma; dar masajes; desarrollar; diseñar; elaborar; fabricar; fijar; formar; ganar; hacer; macerar; masajear; modelar; modificar; montar; producir; reajustar; remendar; reparar; restaurar; trazar

Verwante woorden van "producción":

  • producciones

Synoniemen voor "producción":


Wiktionary: producción

producción
noun
  1. techniek|nld (machinale) productie (in een fabriek)
  2. het vervaardigen van producten; aanmaak, vervaardiging, bewerking door een fabriek
  3. voortbrenging
Cross Translation:
FromToVia
• producción → Aanmaak ↔ Produktion — Erstellung von Gut, Dienstleistungen, Informationen oder Energien; neben der Beschaffung und dem Absatz die dritte betriebliche Grundfunktion

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van producción







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0432 seconde
Page rendered in 1.0 seconds