Principal in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

principal:
- belangrijkste; voornaamste; hoofd
- hoofdzaak; belangrijkste; voornaamste; opdrachtgevers; hoofdsom; belangrijkste geldbedrag
Wiktionary:
- principal → voornaamste, hoofdzakelijke, hoofdzakelijk, belangrijkste, belangrijkst, principieel, balkon

Spaans

Uitgebreide vertaling voor principal (Spaans) in het Nederlands

principal (más importante)
belangrijkste
- belangrijkste bijvoeglijk naamwoord
principal (mayoritario)
voornaamste; hoofd
- voornaamste bijvoeglijk naamwoord
- hoofd bijvoeglijk naamwoord

el principal (cosa más importante)
de hoofdzaak; belangrijkste; voornaamste
- hoofdzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
- belangrijkste [znw.] zelfstandig naamwoord
- voornaamste [znw.] zelfstandig naamwoord
el principal (cliente)
de opdrachtgevers
- opdrachtgevers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el principal (capital)
de hoofdsom; belangrijkste geldbedrag
- hoofdsom [de ~] zelfstandig naamwoord
- belangrijkste geldbedrag [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belangrijkste	cosa más importante; principal
belangrijkste geldbedrag	capital; principal
hoofd		administrador; cabecera; cabeza; cabeza de un ser humano; cabezada; cacique; capataz; capitán; cerebro; comandante; contramaestre; director; director de escuela; directora; entonamiento; gerente; gran jefe; jefa; jefe; líder; mente; mentor; patrón; presidente; superior
hoofdsom	capital; principal
hoofdzaak	cosa más importante; principal
opdrachtgevers	cliente; principal
voornaamste	cosa más importante; principal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belangrijkste	más importante; principal
hoofd	mayoritario; principal
voornaamste	mayoritario; principal

Cross Translation:

From	To	Via
• principal	→ voornaamste; hoofdzakelijke; hoofdzakelijk; belangrijkste; belangrijkst	↔ main — principal
• principal	→ voornaamste	↔ principal — primary, main
• principal	→ principieel	↔ grundsätzlich — die Grundsatz bzw. die feste Meinung einer Person oder Organisation betreffend
• principal	→ hoofdzakelijk	↔ hauptsächlich — den Kern einer Sache betreffend; eine feste Bedeutung im juristischem Gebrauch
• principal	→ balkon	↔ balcon — avant-scène (2)