Preferencia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

preferencia:
- voorkeur; smaak; voorliefde; keuze; smaakwaarneming; optie; prioriteit; voorrang; selectie; uitverkoring
Wiktionary:
- preferencia → voorkeursrecht
- preferencia → vooroordeel, vooringenomenheid, voorrang, preferentie, voorkeursrecht, prioriteit, voorsprong

Spaans

Uitgebreide vertaling voor preferencia (Spaans) in het Nederlands

la preferencia (gusto; predilección; elección)
de voorkeur; de smaak; de voorliefde; de keuze
- voorkeur [de ~] zelfstandig naamwoord
- smaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- voorliefde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keuze [de ~] zelfstandig naamwoord
la preferencia (gusto; sabor)
de smaak; smaakwaarneming
- smaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smaakwaarneming [znw.] zelfstandig naamwoord
la preferencia (opción; selección; elección; variante; predileción; alternativa)
de optie
- optie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la preferencia (prioridad; prioridad de paso; preferencia de paso; ejemplo)
de prioriteit; de voorrang
- prioriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la preferencia (predilección; selección; elección)
de selectie; uitverkoring
- selectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitverkoring [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
keuze	elección; gusto; predilección; preferencia	antología; colección; elección; escogimiento; opción; predestinación; selección; sufragio; surtido; variación; variedad; voto
optie	alternativa; elección; opción; predileción; preferencia; selección; variante
prioriteit	ejemplo; preferencia; preferencia de paso; prioridad; prioridad de paso
selectie	elección; predilección; preferencia; selección	acumulación; amontonamiento; antología; colección; compilación; escogimiento; grupo; montón; selección; tría
smaak	elección; gusto; predilección; preferencia; sabor
smaakwaarneming	gusto; preferencia; sabor
uitverkoring	elección; predilección; preferencia; selección
voorkeur	elección; gusto; predilección; preferencia
voorliefde	elección; gusto; predilección; preferencia
voorrang	ejemplo; preferencia; preferencia de paso; prioridad; prioridad de paso

preferencia

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• preferencia	→ vooroordeel; vooringenomenheid	↔ bias — inclination towards something; predisposition, partiality
• preferencia	→ voorrang	↔ right of way — right to proceed first in traffic
• preferencia	→ preferentie; voorkeursrecht; voorrang; prioriteit; voorsprong	↔ priorité — Le fait de venir avant, dans l’ordre du temps.