Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. precisar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor precisar (Spaans) in het Nederlands

precisar:

precisar werkwoord

  1. precisar (definir; especificar; detallar)
    preciseren; nader omschrijven
  2. precisar (especificar)
    uitwerken; preciseren
    • uitwerken werkwoord (werk uit, werkt uit, werkte uit, werkten uit, uitgewerkt)
    • preciseren werkwoord (preciseer, preciseert, preciseerde, preciseerden, gepreciseerd)
  3. precisar (especificar; detallar)
    specificeren
    • specificeren werkwoord (specificeer, specificeert, specificeerde, specificeerden, gespecificeerd)

Conjugations for precisar:

presente
  1. preciso
  2. precisas
  3. precisa
  4. precisamos
  5. precisáis
  6. precisan
imperfecto
  1. precisaba
  2. precisabas
  3. precisaba
  4. precisábamos
  5. precisabais
  6. precisaban
indefinido
  1. precisé
  2. precisaste
  3. precisó
  4. precisamos
  5. precisasteis
  6. precisaron
fut. de ind.
  1. precisaré
  2. precisarás
  3. precisará
  4. precisaremos
  5. precisaréis
  6. precisarán
condic.
  1. precisaría
  2. precisarías
  3. precisaría
  4. precisaríamos
  5. precisaríais
  6. precisarían
pres. de subj.
  1. que precise
  2. que precises
  3. que precise
  4. que precisemos
  5. que preciséis
  6. que precisen
imp. de subj.
  1. que precisara
  2. que precisaras
  3. que precisara
  4. que precisáramos
  5. que precisarais
  6. que precisaran
miscelánea
  1. ¡precisa!
  2. ¡precisad!
  3. ¡no precises!
  4. ¡no preciséis!
  5. precisado
  6. precisando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor precisar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nader omschrijven definir; detallar; especificar; precisar
preciseren definir; detallar; especificar; precisar
specificeren detallar; especificar; precisar especificar
uitwerken especificar; precisar calcular

Synoniemen voor "precisar":


Wiktionary: precisar


Cross Translation:
FromToVia
precisar opnoemen; vermelden name — to identify, define, specify
precisar preciseren präzisieren — (transitiv) etwas genauer beschreiben, eingrenzen