Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal prólogos

Vertaal prólogos van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

prólogos:
- voorwoorden; voorberichten
prólogo:
- voorwoord; inleiding; proloog; introductie; voorbericht; voorspel
Wiktionary:
- prólogo → voorbericht, voorwoord
- prólogo → proloog, voorbericht, voorrede, voorwoord

Spaans

Uitgebreide vertaling voor prólogos (Spaans) in het Nederlands

prólogos:

prólogos [el ~] zelfstandig naamwoord

el prólogos (preámbulos)
de voorwoorden; de voorberichten
- voorwoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- voorberichten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor prólogos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
voorberichten	preámbulos; prólogos
voorwoorden	preámbulos; prólogos

Verwante woorden van "prólogos":

prólogo

prólogos vorm van prólogo:

prólogo [el ~] zelfstandig naamwoord

el prólogo (alocución; introducción; prefacio; presentación; habla; modo de hablar; nota preliminar; idioma; lenguaje; ponencia; arenga; disertación; turno de lectura; razón; palabra; lengua; juicio; discurso; charla; conferencia; encabezamiento; recital)
het voorwoord; de inleiding; de proloog; de introductie; het voorbericht
- voorwoord [het ~] zelfstandig naamwoord
- inleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- proloog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- introductie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorbericht [het ~] zelfstandig naamwoord
el prólogo (preludio)
het voorspel
- voorspel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prólogo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inleiding	alocución; arenga; charla; conferencia; discurso; disertación; encabezamiento; habla; idioma; introducción; juicio; lengua; lenguaje; modo de hablar; nota preliminar; palabra; ponencia; prefacio; presentación; prólogo; razón; recital; turno de lectura
introductie	alocución; arenga; charla; conferencia; discurso; disertación; encabezamiento; habla; idioma; introducción; juicio; lengua; lenguaje; modo de hablar; nota preliminar; palabra; ponencia; prefacio; presentación; prólogo; razón; recital; turno de lectura	introducción
proloog	alocución; arenga; charla; conferencia; discurso; disertación; encabezamiento; habla; idioma; introducción; juicio; lengua; lenguaje; modo de hablar; nota preliminar; palabra; ponencia; prefacio; presentación; prólogo; razón; recital; turno de lectura
voorbericht	alocución; arenga; charla; conferencia; discurso; disertación; encabezamiento; habla; idioma; introducción; juicio; lengua; lenguaje; modo de hablar; nota preliminar; palabra; ponencia; prefacio; presentación; prólogo; razón; recital; turno de lectura
voorspel	preludio; prólogo
voorwoord	alocución; arenga; charla; conferencia; discurso; disertación; encabezamiento; habla; idioma; introducción; juicio; lengua; lenguaje; modo de hablar; nota preliminar; palabra; ponencia; prefacio; presentación; prólogo; razón; recital; turno de lectura

Verwante woorden van "prólogo":

prólogos

Synoniemen voor "prólogo":

cabecera; encabezamiento; inicio; preliminar; lugar de honor; sitio de honor
exordio; preámbulo; prefacio; prolegómenos

Wiktionary: prólogo

prólogo

noun

bericht tot de lezer voor in een boek, korte voorrede
- voorbericht → prólogo
een persoonlijk getinte tekst vooraf in een boek e.d., meestal bedoeld als inleiding
- voorwoord → prólogo

Cross Translation:

From	To	Via
• prólogo	→ proloog	↔ prolog — speech or section used as an introduction, especially to a play or novel
• prólogo	→ proloog	↔ prologue — speech or section used as an introduction, especially to a play or novel
• prólogo	→ voorbericht; voorrede; voorwoord	↔ préface — avant-propos que l’on mettre en tête d’un livre pour donner quelques indications nécessaires au lecteur ou pour le prévenir favorablement.