Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. populacho:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor populacho (Spaans) in het Nederlands

populacho:

populacho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el populacho (canalla; escoria; chusma; )
    het schorriemorrie; het tuig; het gespuis; het geboefte; het uitschot; het gebroed
  2. el populacho (canalla)
    het canaille
    • canaille [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el populacho (chusma; canalla; plebe; )
    het gajes
    • gajes [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor populacho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canaille canalla; populacho
gajes canalla; chusma; cordaje; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; nidada; plebe; populacho; ventregada
geboefte canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho
gebroed canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho chiquitos; cría; crías; cultivo; descendencia; descendientes; empollada; hijos; nidada; niñitos; niños; progenie; ventregada
gespuis canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho cría; cultivo; nidada; ventregada
schorriemorrie canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho
tuig canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho aparejo; aparejos; arreos; jarcias
uitschot canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho

Verwante woorden van "populacho":

  • populachos

Synoniemen voor "populacho":


Wiktionary: populacho


Cross Translation:
FromToVia
populacho gepeupel hoi polloi — the common people