Pomposidad in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

pomposidad:
- weidsheid; processie; staatsie; stoet; hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; gewichtigheid; bombast; gewichtigdoenerij

Spaans

Uitgebreide vertaling voor pomposidad (Spaans) in het Nederlands

la pomposidad (magnificencia)
de weidsheid
- weidsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pomposidad (procesión; cortejo; marcha; desfile; multitud; protocolo; pompa; séquito; comitiva; ceremonia; formalidad; visita oficial)
de processie; de staatsie; de stoet
- processie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- staatsie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la pomposidad (presunción; rimbombancia; aire de importancia; vanidosidad)
de hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; de gewichtigheid; de bombast; de gewichtigdoenerij
- hoogdravendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezwollenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- pompeusheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- gewichtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bombast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gewichtigdoenerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bombast	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad
gewichtigdoenerij	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad
gewichtigheid	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad	importancia; interés; valor
gezwollenheid	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad	hinchazón
hoogdravendheid	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad
pompeusheid	aire de importancia; pomposidad; presunción; rimbombancia; vanidosidad
processie	ceremonia; comitiva; cortejo; desfile; formalidad; marcha; multitud; pompa; pomposidad; procesión; protocolo; séquito; visita oficial
staatsie	ceremonia; comitiva; cortejo; desfile; formalidad; marcha; multitud; pompa; pomposidad; procesión; protocolo; séquito; visita oficial	ceremonia; espectáculo; ocasión oficial
stoet	ceremonia; comitiva; cortejo; desfile; formalidad; marcha; multitud; pompa; pomposidad; procesión; protocolo; séquito; visita oficial	ceremonia; convoy; escolta; formalidad; marcha; multitud
weidsheid	magnificencia; pomposidad

énfasis; vigor; realce; pedantería; afectación; ceremonia; acento; intensidad; energía; fuerza; vehemencia; empaque; redundancia; hincapié; ampulosidad
barroquismo; abigarramiento; exageración; aglomeración; exuberancia; profusión
grandilocuencia; altisonancia