Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal pito

Vertaal pito van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

pito:
- fluit; uitgedrukte sigaret; peuk
Wiktionary:
- pito → leuter, piemel, pik, lul, claxon, toeter, penis, lid, mannelijk lid, fluit, fluitje, fluittoon, specht, groene specht

Spaans

Uitgebreide vertaling voor pito (Spaans) in het Nederlands

pito:

pito [el ~] zelfstandig naamwoord

el pito (flauta)
de fluit
- fluit [de ~] zelfstandig naamwoord
el pito
uitgedrukte sigaret; de peuk
- uitgedrukte sigaret [znw.] zelfstandig naamwoord
- peuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pito:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fluit	flauta; pito
peuk	pito	cigarrillo; cigarro; colilla; coracero; pitillo
uitgedrukte sigaret	pito

Verwante woorden van "pito":

pitos

Synoniemen voor "pito":

bledo; insignificancia; minucia; ardite; comino; pimiento; pizca; ochavo; nimiedad; menudencia; pequeñez
verga; pene; falo; miembro viril; polla; picha; minga; cipote; carajo; miembro; instrumento; rabo; plátano; pepino; pistola; manubrio; pilila; pinchila; banana; mástil

Wiktionary: pito

Cross Translation:

From	To	Via
• pito	→ leuter; piemel; pik; lul	↔ dick — colloquial: penis
• pito	→ claxon; toeter	↔ horn — loud alarm, especially on a motor vehicle
• pito	→ penis; lid; mannelijk lid	↔ penis — male organ for copulation and urination
• pito	→ fluit	↔ pipe — musical instrument
• pito	→ fluitje	↔ whistle — device used to make a whistling sound
• pito	→ fluittoon	↔ whistle — sound similar to the sound made by whistling
• pito	→ specht; groene specht	↔ woodpecker — bird in Picinae
• pito	→ lul	↔ zob — (argot) pénis, sexe masculin.

Verwante vertalingen van pito

pito de perros