Piel in het Nederlands vertaald uit het Spaans

la piel (cuero; pellejo; cutis)
de huid; het vel
- huid [de ~] zelfstandig naamwoord
- vel [het ~] zelfstandig naamwoord
la piel (cáscara)
de peul; de schil; het vel
- peul [de ~] zelfstandig naamwoord
- schil [de ~] zelfstandig naamwoord
- vel [het ~] zelfstandig naamwoord
la piel
afzetting met bont
- afzetting met bont [znw.] zelfstandig naamwoord
la piel (pelo; lana; pelaje)
de vacht; de pels; het bont
- vacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- pels [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bont [het ~] zelfstandig naamwoord
la piel (cubrimiento; corteza; envoltura; caparazón; peso; plato; bandeja; concha; capa; estuche; funda; vaina; tapón; cáscara; casquillo; cápsula)
de omhulling
- omhulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piel (cuello de piel)
het halsbontje; de pels
- halsbontje [het ~] zelfstandig naamwoord
- pels [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetting met bont	piel
bont	lana; pelaje; pelo; piel
halsbontje	cuello de piel; piel
huid	cuero; cutis; pellejo; piel
omhulling	bandeja; capa; caparazón; casquillo; concha; corteza; cubrimiento; cápsula; cáscara; envoltura; estuche; funda; peso; piel; plato; tapón; vaina
pels	cuello de piel; lana; pelaje; pelo; piel	piel de cordero
peul	cáscara; piel
schil	cáscara; piel	capa; corteza; cubrimiento; cápsula; cáscara; estuche
vacht	lana; pelaje; pelo; piel
vel	cuero; cutis; cáscara; pellejo; piel	hoja; membrana
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bont		abigarrado; de muchos colores; de tonos vivos; llamativo; lleno de color; vistoso

piel

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• piel	→ leer; vacht; vel; huid	↔ hide — skin of an animal
• piel	→ huid; vel	↔ skin — outer covering of the body of a person or animal
• piel	→ huid	↔ Haut — größtes Sinnesorgan bei Menschen und Tieren, das gleichzeitig als Schutz des darunter liegenden Gewebes, Atmung, Wärmeregulierung und anderem dient
• piel	→ bont	↔ Pelz — behaartes Tierfell
• piel	→ huid	↔ peau — anatomie\|fr enveloppe d’un corps humain ou animal.
• piel	→ dop; schaal; schil; schors; boomschors	↔ écorce — Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux

Vertaal piel van Spaans naar Nederlands