Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- perspectiva:
-
Wiktionary:
- perspectiva → doorkijk, uitzicht, vooruitzicht
Spaans
Uitgebreide vertaling voor perspectiva (Spaans) in het Nederlands
perspectiva:
-
la perspectiva
-
la perspectiva (mirada; panorama; vistazo; cara; aspecto; espectáculo)
-
la perspectiva (visión; entendimiento; discernimiento; comprensión; interpretación; opinión; posición; versión; punto de vista; versiones; opiniones; interpretaciones; modo de ver; toma de posición)
-
la perspectiva (anticipación; esperanza; expectación; expectativa; previsión)
-
la perspectiva (punto de vista; posición; enfoque; ángulo de incidencia; aspecto; modo de ver; ángulo visual; modo de ver las cosas)
het standpunt; zienswijs; de perspectief; de invalshoek; het gezichtspunt; het oogpunt; de gezichtshoek
Vertaal Matrix voor perspectiva:
Synoniemen voor "perspectiva":
Wiktionary: perspectiva
perspectiva
noun
-
gelegenheid of opening om doorheen te kijken
-
verwachting, iets waar men naar kan uitzien
-
datgene wat men redelijkerwijs te verwachten heeft in de naaste toekomst
Computer vertaling door derden: