Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. persistir:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor persistir (Spaans) in het Nederlands

persistir:

persistir werkwoord

  1. persistir (perseverar; continuar)
    volhouden; doorzetten; standhouden; doorgaan; volharden
    • volhouden werkwoord (houd vol, houdt vol, hield vol, hielden vol, volgehouden)
    • doorzetten werkwoord (zet door, zette door, zetten door, doorgezet)
    • standhouden werkwoord (houd stand, houdt stand, hield stand, hielden stand, standgehouden)
    • doorgaan werkwoord (ga door, gaat door, ging door, gingen door, doorgegaan)
    • volharden werkwoord (volhard, volhardt, volhardde, volhardden, volhard)

Conjugations for persistir:

presente
  1. persisto
  2. persistes
  3. persiste
  4. persistimos
  5. persistís
  6. persisten
imperfecto
  1. persistía
  2. persistías
  3. persistía
  4. persistíamos
  5. persistíais
  6. persistían
indefinido
  1. persistí
  2. persististe
  3. persistió
  4. persistimos
  5. persististeis
  6. persistieron
fut. de ind.
  1. persistiré
  2. persistirás
  3. persistirá
  4. persistiremos
  5. persistiréis
  6. persistirán
condic.
  1. persistiría
  2. persistirías
  3. persistiría
  4. persistiríamos
  5. persistiríais
  6. persistirían
pres. de subj.
  1. que persista
  2. que persistas
  3. que persista
  4. que persistamos
  5. que persistáis
  6. que persistan
imp. de subj.
  1. que persistiera
  2. que persistieras
  3. que persistiera
  4. que persistiéramos
  5. que persistierais
  6. que persistieran
miscelánea
  1. ¡persiste!
  2. ¡persistid!
  3. ¡no persistas!
  4. ¡no persistáis!
  5. persistido
  6. persistiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor persistir:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorgaan continuar; perseverar; persistir alargar; continuar; prolongar; proseguir; seguir
doorzetten continuar; perseverar; persistir calar; empujar; filtrarse; no cesar; perseverar; retener; tener constancia y tenacidad
standhouden continuar; perseverar; persistir aguantar; perdurar
volharden continuar; perseverar; persistir
volhouden continuar; perseverar; persistir aguantar; soportar

Synoniemen voor "persistir":


Wiktionary: persistir

persistir
verb
  1. (overgankelijk) doorgaan met iets ondanks tegenslag, tegenspraak of vermoeidheid

Cross Translation:
FromToVia
persistir volharden persist — continue to exist