Spaans
Uitgebreide vertaling voor periódico (Spaans) in het Nederlands
periódico:
-
el periódico (diario; gaceta)
-
el periódico (diario)
de nieuwsblad -
el periódico
-
periódico (a menudo; frecuentemente; frecuente; con frecuencia; usualmente; regular; mucho; muy; mucha)
vaak; veelvuldig; regelmatig; frequent; dikwijls; meermaals; menigmaal-
vaak bijwoord
-
veelvuldig bijwoord
-
regelmatig bijwoord
-
frequent bijwoord
-
dikwijls bijwoord
-
meermaals bijwoord
-
menigmaal bijwoord
-
-
periódico (frecuentemente; a menudo; con frecuencia; varias veces; sistemático; regular; frecuente; muchas veces; habitualmente; metódico; usualmente; regulado; repetidamente)
regelmatig; met vast ritme; geregeld-
regelmatig bijvoeglijk naamwoord
-
met vast ritme bijvoeglijk naamwoord
-
geregeld bijvoeglijk naamwoord
-
-
periódico
-
periódico
terugkerend-
terugkerend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor periódico:
Verwante woorden van "periódico":
Synoniemen voor "periódico":
Wiktionary: periódico
periódico
Cross Translation:
noun
-
klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws
-
tijdschrift
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• periódico | → dagblad; nieuwsblad; krant | ↔ newspaper — publication |
• periódico | → dagblad; krant | ↔ Zeitung — gedrucktes, in kurzen und regelmäßigen Abständen herausgegebenes Nachrichtenmedium; veröffentlicht vor allem aktuelle Nachrichten |
• periódico | → dagboek; logboek; scheepsjournaal; dagblad; blad; krant; courant; nieuwsblad | ↔ journal — document qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée. |
• periódico | → periodiek | ↔ périodique — Qui revient régulièrement dans le temps. |