Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. paz:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor paz (Spaans) in het Nederlands

paz:

paz [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la paz (tiempo de paz)
    de vrede; de vredestijd
    • vrede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vredestijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la paz (tranquilidad; calma)
    de vredigheid; de kalmte; de rust
    • vredigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kalmte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rust [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la paz
    de vrede
    • vrede [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalmte calma; paz; tranquilidad calma; constancia; ecuanimidad; imperturbabilidad; regularidad; serenidad; silencio; tranquilidad
rust calma; paz; tranquilidad calma; confianza; confidencia; descanso; ecuanimidad; intermedio; interrupción; pausa; pausa en el trabajo; paz mental; recreo; serenidad; tranquilidad
vrede paz; tiempo de paz calma; serenidad
vredestijd paz; tiempo de paz
vredigheid calma; paz; tranquilidad

Verwante woorden van "paz":

  • paces

Synoniemen voor "paz":


Wiktionary: paz

paz
noun
  1. het ontbreken van oorlog

Cross Translation:
FromToVia
paz vrede Frieden — vertraglich gesichertes Miteinander verschiedener Staaten, das durch Abwesenheit von Gewalt (und speziell von Krieg) gekennzeichnet ist
paz rust peace — tranquility, quiet, harmony
paz rust; vrede met zichzelf peace — state of mind
paz vrede; peis peace — state of being free from war
paz vrede; vree paixcalme, repos, silence, éloignement du bruit ou des affaires.

Verwante vertalingen van paz