Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. patria:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor patria (Spaans) in het Nederlands

patria:

patria [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la patria (tierra natal; teritorio nativo; país natal)
    het thuis; het heem
    • thuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • heem [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la patria (lugar de nacimiento; lugar natal; cuna)
    de geboorteplaats; de bakermat
  3. la patria (origen; cuna)
    de oorsprong; de bakermat
  4. la patria (casa de nacimiento; cuna)
    het geboortehuis

Vertaal Matrix voor patria:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakermat cuna; lugar de nacimiento; lugar natal; origen; patria país natal; suelo patrio; tierra madre; tierra natal
geboortehuis casa de nacimiento; cuna; patria
geboorteplaats cuna; lugar de nacimiento; lugar natal; patria
heem patria; país natal; teritorio nativo; tierra natal finca; granja
oorsprong cuna; origen; patria origen
thuis patria; país natal; teritorio nativo; tierra natal casa; residencia
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thuis en casa

Verwante woorden van "patria":

  • patrias

Synoniemen voor "patria":


Wiktionary: patria

patria
noun
  1. het eigen land, het land waar men geboren is
  2. een land of staat waar iemand geboren en opgegroeid is

Cross Translation:
FromToVia
patria vaderland fatherland — fatherland
patria moederland home — someone’s native land
patria thuisland home country — the country where a person was born and raised
patria thuisland homeland — homeland
patria land land — country or region
patria vaderland motherland — the country of one's ancestors
patria vaderland Vaterland — Land, aus dem man stammt
patria vaderland patrie — Terre des ancêtres

Verwante vertalingen van patria