Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- pasajero:
-
Wiktionary:
- pasajero → passagier
- pasajero → voorbijgaand
- pasajero → passagier, opvarende, reiziger, voorbijgaand
Spaans
Uitgebreide vertaling voor pasajero (Spaans) in het Nederlands
pasajero:
-
el pasajero (viajero; viajante; turista)
de inzittende
-
pasajero (perecedero; transitorio)
vergankelijk; voorbijgaand; eindig-
vergankelijk bijvoeglijk naamwoord
-
voorbijgaand bijvoeglijk naamwoord
-
eindig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pasajero (fugaz; de paso)
vluchtig; kortstondig; terloops; haastig-
vluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
kortstondig bijvoeglijk naamwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pasajero (temporal; entretanto; provisional; transitorio; de momento; por el momento; provisionalmente)
Vertaal Matrix voor pasajero:
Verwante woorden van "pasajero":
Synoniemen voor "pasajero":
Wiktionary: pasajero
pasajero
Cross Translation:
noun
-
iemand die al of niet tegen betaling meereist met een voer-, vaar- of vliegtuig
-
slechts tijdelijk van aard
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pasajero | → passagier; opvarende; reiziger | ↔ fare — paying passenger |
• pasajero | → passagier | ↔ passenger — one who rides or travels in a train, motor vehicle, boat, ship, ferry, hovercraft, aircraft, etc. |
• pasajero | → voorbijgaand | ↔ transitory — lasting only a short time |
• pasajero | → passagier | ↔ Passagier — jemand, der ein Verkehrsmittel benutzt, ohne es selbst zu steuern |