Spaans
Uitgebreide vertaling voor partidas (Spaans) in het Nederlands
partidas:
Vertaal Matrix voor partidas:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
partijen | lotes; partidas; partidos |
Verwante woorden van "partidas":
partidas vorm van partido:
-
el partido (carrera; competición; match; combate; encuentro)
-
el partido (juego; juego de azar; baraja; jugueteo; juego de suerte; actuación; ejecución)
-
partido (cortado; atravesado; hacheado)
doorgehakt; in tweeën gehouwen; doorkliefd; doorgehouwen-
doorgehakt bijvoeglijk naamwoord
-
in tweeën gehouwen bijvoeglijk naamwoord
-
doorkliefd bijvoeglijk naamwoord
-
doorgehouwen bijvoeglijk naamwoord
-
-
partido (a granel; separado; aparte; soltero; desmarcado; independiente; por separado; solo; diferente; individual; mono; singular; repartido; distribuído; disipado; desunido; sin parecido)
gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand-
gescheiden bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
-
alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
-
separaat bijvoeglijk naamwoord
-
op zich bijvoeglijk naamwoord
-
op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
-
losstaand bijvoeglijk naamwoord
-
vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
partido (viajado; recorrido; salido)
Vertaal Matrix voor partido:
Verwante woorden van "partido":
Synoniemen voor "partido":
Wiktionary: partido
partido
Cross Translation:
noun
-
sport|nld wedstrijd
-
vereniging van gelijkgezinden die binnen een bepaald gebied hun politieke doelstellingen proberen te verwezenlijken
-
een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• partido | → wedstrijd; match | ↔ match — sporting event |
• partido | → partij | ↔ party — political group |
partidas vorm van partida:
-
la partida (juego; turno)
-
la partida (salida)
-
la partida (lote)
-
la partida (competición)
Vertaal Matrix voor partida:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afvaart | partida; salida | |
afvaren | partida; salida | |
beurt | juego; partida; turno | |
hoeveelheid | lote; partida | cantidad; cifra; dosis; monte; número |
partij | lote; partida | cantidad determinada; carrera; cierta cantidad; combate; competición; encuentro; equipo; festín; fiesta; francachela; match; partido; partido de fútbol; partido político |
partijtje | competición; partida | festín; fiesta; francachela |
potje | competición; partida | |
rondje | juego; partida; turno | anillito; anillo; corona; círculo; ir de ronda; patrullar; ronda; turno; vuelta |
spelletje | juego; partida; turno | |
uitvaren | partida; salida | |
wedstrijdje | competición; partida | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afvaren | hacerse a la mar; salir navegando; salir velando; zarpar | |
uitvaren | desatarse contra; hacerse a la mar; zarpar |