Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parálisis:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor parálisis (Spaans) in het Nederlands

parálisis:

parálisis [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el parálisis (paralización)
    de verlamming; de lamheid; de verlamdheid

Vertaal Matrix voor parálisis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lamheid paralización; parálisis
verlamdheid paralización; parálisis
verlamming paralización; parálisis

Synoniemen voor "parálisis":


Wiktionary: parálisis

parálisis
noun
  1. een toestand waarin men zich niet bewegen kan
  2. toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen

Cross Translation:
FromToVia
parálisis paralyse PlegieMedizin: eine vollständige Lähmung der Skelettmuskeln
parálisis verlamming paralysis — loss of muscle control

Verwante vertalingen van parálisis