Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. papá:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor papá (Spaans) in het Nederlands

papá:

papá [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el papá
    de papa
    • papa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el papá (uno de los padres; padre; progenitor)
    de vader
    • vader [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de ouder
    – vader of moeder 1
    • ouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • zijn ouders zijn vijfentwintig jaar getrouwd1
  3. el papá (papi; papaíto)
    paps; de pa
    • paps [znw.] zelfstandig naamwoord
    • pa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor papá:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouder padre; papá; progenitor; uno de los padres padre
pa papaíto; papi; papá
papa papá
paps papaíto; papi; papá
vader padre; papá; progenitor; uno de los padres
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouder mayor

Wiktionary: papá


Cross Translation:
FromToVia
papá pappa dad — informal a father
papá pappie; pappa; papa daddy — father
papá pa pa — father
papá pappa papa — Père

Verwante vertalingen van papá