Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal palos

Vertaal palos van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

palos:
- stokken; wandelstokken; stokslagen
palo:
- hout; paal; mast; staak; stokslag
Wiktionary:
- palo → mast, paal, stok
- palo → paal, boom, stok, kleur, baar, pijp, roede, schacht, spijl, stang, staf, mast

Spaans

Uitgebreide vertaling voor palos (Spaans) in het Nederlands

palos:

palos [el ~] zelfstandig naamwoord

el palos (varas)
de stokken; de wandelstokken
- stokken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- wandelstokken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el palos (bastonazos)
de stokslagen
- stokslagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor palos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stokken	palos; varas
stokslagen	bastonazos; palos
wandelstokken	palos; varas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stokken		anudarse; cortarse; interrumpirse

Verwante woorden van "palos":

palo

Synoniemen voor "palos":

banderilla; garapullo; rehilete; repullo; palitroque; arponcillo; señal; signo; muestra; alarde; indicio; aviso
leña; tronco; madera; leño; tarugos; astillas; tuero; chasca

palos vorm van palo:

palo [el ~] zelfstandig naamwoord

el palo (madera)
het hout
- hout [het ~] zelfstandig naamwoord
el palo (mástil)
de paal; de mast
- paal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- mast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el palo (poste; vara)
de staak
- staak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el palo (bastonazo)
de stokslag
- stokslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor palo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hout	madera; palo
mast	mástil; palo
paal	mástil; palo
staak	palo; poste; vara
stokslag	bastonazo; palo

Verwante woorden van "palo":

palos

Synoniemen voor "palo":

bauprés; botalón; estaca; verga; mastelero
cachiporra; porra; maza; tranca
escopetazo; contrariedad; golpe; jarro de agua fría
galga; retranca; madero
larguero; travesaño; vara; barrote; tabla; viga; soporte; apoyo; barra; barreta; palitroque; varilla
leñazo; garrotazo; tortazo; trompazo; castañazo; leche

Wiktionary: palo

palo

noun

lange, rechtop staande paal midden op het schip
- mast → mástil; palo
een langwerpig stuk materiaal dat in de grond staat
- paal → poste; palo
(informeel) een stijve penis
- paal → palo; porra
langwerpig voorwerp om te stoten, slaan, aanraken, aangeven (van toon), steken, te likken of te prikken
- stok → palo; bastón

Cross Translation:

From	To	Via
• palo	→ paal	↔ pale — heraldry: vertical band
• palo	→ boom; paal	↔ pole — long and slender object
• palo	→ stok	↔ stick — long piece of wood
• palo	→ kleur	↔ suit — card games: set of cards distinguished by color and emblems
• palo	→ baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok	↔ bâton — Morceau de bois assez long
• palo	→ mast	↔ mât — pièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.

Verwante vertalingen van palos