Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. palabra clave:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor palabra clave (Spaans) in het Nederlands

palabra clave:

palabra clave [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la palabra clave
    het trefwoord
  2. la palabra clave
    het kernwoord
  3. la palabra clave
    het sleutelwoord
  4. la palabra clave (palabra de referencia)
    het steekwoord
  5. la palabra clave (contraseña; palabra codificada)
    het codewoord
  6. la palabra clave (palabra principal; entrada; artículo)
    het lemma; hoofdwoord
    • lemma [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdwoord [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor palabra clave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
codewoord contraseña; palabra clave; palabra codificada
hoofdwoord artículo; entrada; palabra clave; palabra principal
kernwoord palabra clave
lemma artículo; entrada; palabra clave; palabra principal
sleutelwoord palabra clave
steekwoord palabra clave; palabra de referencia
trefwoord palabra clave

Wiktionary: palabra clave


Cross Translation:
FromToVia
palabra clave sleutelwoord keyword — word used as a key to a code

Verwante vertalingen van palabra clave