Ovaciones in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

ovaciones:
- applaus; applaudiseren; handgeklap; open doekje; klappen; ovatie; toejuiching
ovacionar:
- toejuichen; bejubelen
Wiktionary:
- ovacionar → toejuichen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ovaciones (Spaans) in het Nederlands

ovaciones:

ovaciones [la ~] zelfstandig naamwoord

la ovaciones (aplauso; palmadas; ovación; aplausos)
het applaus; applaudiseren; het handgeklap; het open doekje; het klappen; de ovatie
- applaus [het ~] zelfstandig naamwoord
- applaudiseren [znw.] zelfstandig naamwoord
- handgeklap [het ~] zelfstandig naamwoord
- open doekje [het ~] zelfstandig naamwoord
- klappen [het ~] zelfstandig naamwoord
- ovatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la ovaciones (ovación; palmadas; aplauso; aplausos)
de toejuiching
- toejuiching [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ovaciones:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
applaudiseren	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
applaus	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
handgeklap	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
klappen	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas	estallidos; golpes; golpes con el puño; puñetazos; sobadura
open doekje	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
ovatie	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
toejuiching	aplauso; aplausos; ovaciones; ovación; palmadas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klappen		aplaudir; batir palmas; comunicar; contar; conversar; delatar; difundir; entrar en erupción; estallar; explosionar; explotar; hablar; hacer correr la voz; hacer explosión; palmotear; parlanchinear; parlar; parlotear

ovacionar:

ovacionar werkwoord

ovacionar (aclamar; aplaudir)
toejuichen; bejubelen
- toejuichen werkwoord (juich toe, juicht toe, juichte toe, juichten toe, toegejuicht)
- bejubelen werkwoord (bejubel, bejubelt, bejubelde, bejubelden, bejubeld)

Conjugations for ovacionar:

presente

ovaciono
ovacionas
ovaciona
ovacionamos
ovacionáis
ovacionan

imperfecto

ovacionaba
ovacionabas
ovacionaba
ovacionábamos
ovacionabais
ovacionaban

indefinido

ovacioné
ovacionaste
ovacionó
ovacionamos
ovacionasteis
ovacionaron

fut. de ind.

ovacionaré
ovacionarás
ovacionará
ovacionaremos
ovacionaréis
ovacionarán

condic.

ovacionaría
ovacionarías
ovacionaría
ovacionaríamos
ovacionaríais
ovacionarían

pres. de subj.

que ovacione
que ovaciones
que ovacione
que ovacionemos
que ovacionéis
que ovacionen

imp. de subj.

que ovacionara
que ovacionaras
que ovacionara
que ovacionáramos
que ovacionarais
que ovacionaran

miscelánea

¡ovaciona!
¡ovacionad!
¡no ovaciones!
¡no ovacionéis!
ovacionado
ovacionando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor ovacionar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toejuichen		animar; estimular
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bejubelen	aclamar; aplaudir; ovacionar
toejuichen	aclamar; aplaudir; ovacionar	alentar; animar; avivar; entusiasmar; envalentonar; estimular

Synoniemen voor "ovacionar":

aclamar; aplaudir; vitorear; proclamar; vocear; vivar

Wiktionary: ovacionar

ovacionar

verb

met gejuich begroeten
- toejuichen → aclamar; ovacionar; aplaudir; vivar; vitorear

Computer vertaling door derden: