Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oro:
  2. orar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor oro (Spaans) in het Nederlands

oro:

oro [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el oro
    het goud
    • goud [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goud oro

Verwante woorden van "oro":

  • oros

Synoniemen voor "oro":


Wiktionary: oro

oro
noun
  1. een edelmetaal met atoomnummer 79 dat wordt aangegeven met het symbool Au, het is een geel metalliek overgangsmetaal

Cross Translation:
FromToVia
oro goud gold — element
oro goud gold — colour
oro gouden gold — made of gold
oro goud or — of yellow or gold tincture on a coat of arms
oro goud GoldChemie: gelbes, glänzendes, leicht verformbares Metall; das chemische Element mit der Ordnungszahl 79
oro goud or — Métal

orar:

orar werkwoord

  1. orar (declamar; despedir; proponer; )
    declameren; oreren; hoogdravend praten
    • declameren werkwoord (declameer, declameert, declameerde, declameerden, gedeclameerd)
    • oreren werkwoord (oreer, oreert, oreerde, oreerden, georeerd)
    • hoogdravend praten werkwoord
  2. orar (recitar; declamar; pronunciar un discurso)
    opzeggen; reciteren; voordragen
    • opzeggen werkwoord (zeg op, zegt op, zegde op, zegden op, opgezegd)
    • reciteren werkwoord (reciteer, reciteert, reciteerde, reciteerden, gereciteerd)
    • voordragen werkwoord (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)

Conjugations for orar:

presente
  1. oro
  2. oras
  3. ora
  4. oramos
  5. oráis
  6. oran
imperfecto
  1. oraba
  2. orabas
  3. oraba
  4. orábamos
  5. orabais
  6. oraban
indefinido
  1. oré
  2. oraste
  3. oró
  4. oramos
  5. orasteis
  6. oraron
fut. de ind.
  1. oraré
  2. orarás
  3. orará
  4. oraremos
  5. oraréis
  6. orarán
condic.
  1. oraría
  2. orarías
  3. oraría
  4. oraríamos
  5. oraríais
  6. orarían
pres. de subj.
  1. que ore
  2. que ores
  3. que ore
  4. que oremos
  5. que oréis
  6. que oren
imp. de subj.
  1. que orara
  2. que oraras
  3. que orara
  4. que oráramos
  5. que orarais
  6. que oraran
miscelánea
  1. ¡ora!
  2. ¡orad!
  3. ¡no ores!
  4. ¡no oréis!
  5. orado
  6. orando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor orar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opzeggen baja; dimisión; petición de despido
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
declameren declamar; despedir; orar; perorar; pronunciar un discurso; proponer; recitar declamar versos
hoogdravend praten declamar; despedir; orar; perorar; pronunciar un discurso; proponer; recitar
opzeggen declamar; orar; pronunciar un discurso; recitar
oreren declamar; despedir; orar; perorar; pronunciar un discurso; proponer; recitar
reciteren declamar; orar; pronunciar un discurso; recitar
voordragen declamar; orar; pronunciar un discurso; recitar declamar versos; nombrar; proponer; recomendar

Synoniemen voor "orar":


Wiktionary: orar

orar
verb
  1. in gebed zijn, een godheid iets vragen

Cross Translation:
FromToVia
orar bidden pray — to talk to God
orar bidden; inroepen; verzoeken; vragen; aanvragen prieradorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce.

Verwante vertalingen van oro