Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ocupado:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ocupado (Spaans) in het Nederlands

ocupado:

ocupado bijvoeglijk naamwoord

  1. ocupado (activo; despierto; alegre; )
    bezet; druk; drukbezet
  2. ocupado
    onledig
  3. ocupado (no disponible)
    bezet
    • bezet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ocupado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
druk cargamento; compresión; edición; gravamen; peso; presión
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezet activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; no disponible; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo
druk activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo activo; animado; industrioso; trabajador
drukbezet activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo
onledig ocupado

Verwante woorden van "ocupado":

  • ocupados

Synoniemen voor "ocupado":


Wiktionary: ocupado

ocupado
adjective
  1. gedomineerd door de aanwezigheid van...
  2. aan het werken

Cross Translation:
FromToVia
ocupado bezig busy — doing a great deal
ocupado bezig busy — engaged
ocupado in gesprek; bezet engaged — already involved in a telephone call
ocupado bezet; bezig occupied — busy
ocupado bezet occupied — militarily subjugated

Verwante vertalingen van ocupado