Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. obispos:
  2. obispo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor obispos (Spaans) in het Nederlands

obispos:

obispos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el obispos
    de bisschoppen

Vertaal Matrix voor obispos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bisschoppen obispos

Verwante woorden van "obispos":


obispo:

obispo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el obispo
    de bisschop
    • bisschop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor obispo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bisschop obispo

Verwante woorden van "obispo":


Synoniemen voor "obispo":


Wiktionary: obispo

obispo
noun
  1. een christelijke geestelijke die aan het hoofd staat van een bisdom

Cross Translation:
FromToVia
obispo bisschop bishop — church official
obispo bisschop BischofChristentum: kirchlicher Würdenträger in einigen Konfessionen, der meist die geistliche und administrative Leitung eines bestimmten Gebietes hat
obispo arendskoprog; gevlekte adelaarsrog raie léopard — zoologie|fr raie dont la peau tachetée rappelle vaguement le léopard (Aetobatus narinari), qui se rencontre dans les zones tropicales et subtropicales.
obispo bisschop évêque — Chef d'une église chrétienne.