Spaans
Uitgebreide vertaling voor nuevo (Spaans) in het Nederlands
nuevo:
-
nuevo (fresco)
-
nuevo
-
nuevo (entero; sereno; impertérrito)
-
nuevo (actual; contemporáneo; presente; hoy en día; moderno; característico de la época; corriente; modernizado; de ahora; al día; de hoy; reciente; in; modernizar)
hedendaags; modern; eigentijds-
hedendaags bijvoeglijk naamwoord
-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
eigentijds bijvoeglijk naamwoord
-
-
nuevo (desinflado; creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; imperturbable; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; sin usar; no corroído; sin afectación; sin emoción; sin probar)
onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onaangebroken-
onaangeroerd bijvoeglijk naamwoord
-
onaangetast bijvoeglijk naamwoord
-
ongebruikt bijvoeglijk naamwoord
-
ongeopend bijvoeglijk naamwoord
-
onaangebroken bijvoeglijk naamwoord
-
-
el nuevo (advenedizo; conejo; novato; recién llegada; recién llegado; nueva; principiante)
-
el nuevo (novato; recién llegado; recién llegada; nueva; novata)
Vertaal Matrix voor nuevo:
Verwante woorden van "nuevo":
Synoniemen voor "nuevo":
Wiktionary: nuevo
nuevo
Cross Translation:
adjective
-
recentelijk gemaakt
-
huidige
-
onderscheidt nieuwere namen van oudere
-
in originele staat
-
vreemd, onbekend
-
recentelijk aangekomen of opgedoken
-
woorden die in een of meer van de bovenstaande categoriën horen, maar waarvan niet bekend is in welke (voel u vrij deze woorden in de juiste categorie in te voegen)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nuevo | → nieuw; vers | ↔ fresh — new or clean |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — recently made or created |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — current or later |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — distinguishing something established more recently |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — in original condition, pristine |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — strange, unfamiliar |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — recently arrived or appeared |
• nuevo | → nieuw | ↔ new — inexperienced, unaccustomed |
• nuevo | → nieuw | ↔ neu — vor kurzer Zeit gemacht oder geschehen |
• nuevo | → nieuw | ↔ nouveau — Qui n’existait pas, qui était inconnu |