Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor naves (Spaans) in het Nederlands

naves:

naves [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la naves (embarcaciones; barcos; barquitos; buques)
    de schepen; de boten; de schuiten; de schuitjes; de vaartuigen
    • schepen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • boten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schuiten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schuitjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • vaartuigen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

naves [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el naves (pabellones; salas; lonjas; zaguanes)
    de hallen
    • hallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor naves:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boten barcos; barquitos; buques; embarcaciones; naves
hallen lonjas; naves; pabellones; salas; zaguanes
schepen barcos; barquitos; buques; embarcaciones; naves juez lego
schuiten barcos; barquitos; buques; embarcaciones; naves
schuitjes barcos; barquitos; buques; embarcaciones; naves barquitos; navetas
vaartuigen barcos; barquitos; buques; embarcaciones; naves

Verwante woorden van "naves":


nave:

nave [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nave (barco; vapor; barca; )
    de boot; het schip
    – voertuig waarmee je vaart 1
    • boot [de ~] zelfstandig naamwoord
      • we zijn met een boot over de rivier gevaren1
    • schip [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het schip legde aan in de haven1
    de vaartuig; de schuit; het scheepje; het stoomschip; het schuitje

Vertaal Matrix voor nave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boot barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor buque
scheepje barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schip barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schuit barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schuitje barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
stoomschip barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor barco de vapor
vaartuig barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor

Verwante woorden van "nave":


Synoniemen voor "nave":


Wiktionary: nave

nave
noun
  1. een vervoermiddel voor vervoer over wateroppervlakten

Cross Translation:
FromToVia
nave toestel; voertuig craft — vehicle designed for navigation
nave schip nave — the middle or body of a church
nave schip ship — large water vessel
nave schip Schiff — lang gestreckter Raum einer Kirche oder Kathedrale
nave boot; schip; vaartuig; schuit bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation
nave boot; schip; vaartuig; zeeschip navirebâtiment qui sert à naviguer sur mer.