Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal moza

Vertaal moza van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. moza:
  2. mozo:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor moza (Spaans) in het Nederlands

moza:

moza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la moza (querido; cariño; muchacha; )
    het schatje; het poepje; liefste; het liefje; de schat; lieve; de schattebout; het scheetje; het duifje; de beminde; de snoes
    • schatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • poepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • liefste [znw.] zelfstandig naamwoord
    • liefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lieve [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schattebout [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scheetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duifje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • beminde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • snoes [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la moza (criatura; chiquilla; niñita; )
    het wicht
    • wicht [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor moza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beminde amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel amante; amor; cariño; cielo; corazón; novia; querido; tesoro
duifje amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel
liefje amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel amada; amor; cariño; cielo; corazón; monada; querido; tesoro
liefste amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel amor; cariño; cielo; corazón; querido; tesoro
lieve amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel
poepje amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel cariño; monada
schat amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel amor; cariño; cielo; corazón; querido; tesoro
schatje amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel cariño; corazón; encanto; monada; querido; sol
schattebout amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel
scheetje amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel cariño; monada
snoes amado; amante; amor; cariño; chica; corazón; fortuna; moza; muchacha; nene; niña; querida; querido; tesoro; ángel amor; cariño; cielo; corazón; encanto; querido; sol; tesoro
wicht chavala; chica; chiquilla; criada; criatura; doncella; moza; nena; niña; niñita; pequeñita; pequeñuela; párvula; sirvienta; soltera; tipeja; tontaina; tía
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beminde amado; querido
lieve querido

Verwante woorden van "moza":


Wiktionary: moza

Cross Translation:
FromToVia
• moza → meid ↔ wench — a young woman

mozo:

mozo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el mozo (camarero)
    de ober; de kelner; tafelbediende
    • ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kelner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tafelbediende [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. el mozo (criado)
    de huisbediende; de huisjongen
  3. el mozo (aprendiz; estudiante; miembro juvenil; )
    het jongmaatje
  4. el mozo (pastor)
    de herdersjongen
  5. el mozo (mensajero)
    de koerier; de loopjongen; de boodschappenjongen
  6. el mozo (servidor)
    het knechtje
    • knechtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. el mozo (persona que hace prácticas; aprendiz; estudiante; )
    de stagiair; iemand die stage loopt

Vertaal Matrix voor mozo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boodschappenjongen mensajero; mozo
herdersjongen mozo; pastor
huisbediende criado; mozo
huisjongen criado; mozo
iemand die stage loopt alumna; alumno; aprendiz; chiquillo; discípula; discípulo; educando; estudiante; miembro juvenil; mozo; persona que hace prácticas; pupila; pupilo; voluntaria
jongmaatje aprendiz; chiquillo; discípula; discípulo; educando; estudiante; miembro juvenil; mozo; persona que hace prácticas; pupila; pupilo; voluntaria
kelner camarero; mozo
knechtje mozo; servidor
koerier mensajero; mozo correo especial; correo urgente; distribuidor; estafeta; expreso; mensajero; repartidor
loopjongen mensajero; mozo
ober camarero; mozo
stagiair alumna; alumno; aprendiz; chiquillo; discípula; discípulo; educando; estudiante; miembro juvenil; mozo; persona que hace prácticas; pupila; pupilo; voluntaria interno
tafelbediende camarero; mozo

Verwante woorden van "mozo":


Synoniemen voor "mozo":


Wiktionary: mozo

mozo
noun
  1. jongen, jongeman
Cross Translation:
FromToVia
• mozo → boy; knecht ↔ knave — archaic: any male servant
• mozo → steward ↔ steward — attendant on an airplane
• mozo → jongen; knaap; jochie; joch ↔ Junge — männliches Kind
• mozo → kelner ↔ garçon — Serveur







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0828 seconde
Page rendered in 1.0 seconds