Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. morador:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor morador (Spaans) in het Nederlands

morador:

morador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el morador (habitante; residente; inquilina de una habitación; )
    de inwoner; de huisbewoner
    de bewoner
    – wie in een gebied of een huis woont 1
    • bewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de bewoners van deze flat voeren actie1
  2. el morador (íncola; habitante; inquilino; huésped)
    de interne; inwonende
    • interne [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • inwonende [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor morador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewoner habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente
huisbewoner habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente
interne habitante; huésped; inquilino; morador; íncola
inwonende habitante; huésped; inquilino; morador; íncola
inwoner habitante; huésped; huéspede; inquilina de una habitación; inquilino; interno; morador; residente
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
inwonende interno

Verwante woorden van "morador":

  • moradores, moradora, moradoras

Synoniemen voor "morador":