Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal matices

Vertaal matices van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

matices:
- ondertonen
matizar:
- nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren
matiz:
- tintje; ondertoon; tint; gamma; kleurenschaal; kleurenspectrum
Wiktionary:
- matiz → nuance
- matiz → tint, schakering, voorkomen, aanblik, subtiliteit, nuance, nuancering, kleur

Spaans

Uitgebreide vertaling voor matices (Spaans) in het Nederlands

matices:

matices [el ~] zelfstandig naamwoord

el matices
de ondertonen
- ondertonen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor matices:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ondertonen	matices

Verwante woorden van "matices":

matiz

matizar:

matizar werkwoord

matizar
nuanceren
- nuanceren werkwoord (nuanceer, nuanceert, nuanceerde, nuanceerden, genuanceerd)
matizar
onderscheid aanbrengen in; nuanceren; schakeren
- onderscheid aanbrengen in werkwoord
- nuanceren werkwoord (nuanceer, nuanceert, nuanceerde, nuanceerden, genuanceerd)
- schakeren werkwoord (schakeer, schakeert, schakeerde, schakeerden, geschakeerd)

Conjugations for matizar:

presente

matizo
matizas
matiza
matizamos
matizáis
matizan

imperfecto

matizaba
matizabas
matizaba
matizábamos
matizabais
matizaban

indefinido

maticé
matizaste
matizó
matizamos
matizasteis
matizaron

fut. de ind.

matizaré
matizarás
matizará
matizaremos
matizaréis
matizarán

condic.

matizaría
matizarías
matizaría
matizaríamos
matizaríais
matizarían

pres. de subj.

que matice
que matices
que matice
que maticemos
que maticéis
que maticen

imp. de subj.

que matizara
que matizaras
que matizara
que matizáramos
que matizarais
que matizaran

miscelánea

¡matiza!
¡matizad!
¡no matices!
¡no maticéis!
matizado
matizando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor matizar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schakeren		alternar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nuanceren	matizar
onderscheid aanbrengen in	matizar
schakeren	matizar

Synoniemen voor "matizar":

alambicar; quintaesenciar; sutilizar; refinar; pulir; complicar
nivelar; combinar; equilibrar; destacar; teñir

matiz:

matiz [el ~] zelfstandig naamwoord

el matiz (tinte)
het tintje
- tintje [het ~] zelfstandig naamwoord
el matiz
de ondertoon
- ondertoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el matiz
de tint
- tint [de ~] zelfstandig naamwoord
el matiz (espectro de colores; escala; gama; espectro solar; matiz de color)
de gamma; kleurenschaal; het kleurenspectrum
- gamma [de ~] zelfstandig naamwoord
- kleurenschaal [znw.] zelfstandig naamwoord
- kleurenspectrum [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor matiz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gamma	escala; espectro de colores; espectro solar; gama; matiz; matiz de color	escala; escala musical; espectro; espectro de colores; gama; octava real; octavo; serie
kleurenschaal	escala; espectro de colores; espectro solar; gama; matiz; matiz de color
kleurenspectrum	escala; espectro de colores; espectro solar; gama; matiz; matiz de color	espectro de colores
ondertoon	matiz
tint	matiz	color; tonalidad; tono
tintje	matiz; tinte

Verwante woorden van "matiz":

matices, matiza, matizas

Synoniemen voor "matiz":

gama; escala; gradación; tonalidad; serie; variedad; abanico; viso; grado; tono

Wiktionary: matiz

matiz

noun

een minimaal verschil
- nuance → matiz

Cross Translation:

From	To	Via
• matiz	→ tint; schakering	↔ hue — color or shade of color, blee; tint; dye
• matiz	→ voorkomen; aanblik	↔ hue — character; aspect
• matiz	→ subtiliteit	↔ nuance — subtlety or fine detail
• matiz	→ nuance; subtiliteit; nuancering; schakering	↔ nuance — peinture\|fr imprimerie\|fr chacun des degrés différents par lesquels peut passer une couleur, conserver le nom qui la distinguer des autres.
• matiz	→ nuancering; schakering; nuance; kleur	↔ teinte — peinture\|fr nuance de couleur.