Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal material

Vertaal material van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

material:
- materiaal; spul; goedje; materieel; uitrustingsstuk
- materieel; stoffelijk; zakelijk; nuchter; koel
Wiktionary:
- material → grondstof, materiaal, materieel
- material → materieel, stoffelijk
- material → materiële, materieel, wereldlijke, wereldlijk, grondstof, materiaal, stoffelijk

Spaans

Uitgebreide vertaling voor material (Spaans) in het Nederlands

material:

material [el ~] zelfstandig naamwoord

el material (substancia; chismes; cosa)
het materiaal; het spul; het goedje
- materiaal [het ~] zelfstandig naamwoord
- spul [het ~] zelfstandig naamwoord
- goedje [het ~] zelfstandig naamwoord
el material
het materieel
- materieel [het ~] zelfstandig naamwoord
el material (objeto de equipo; equipo)
het uitrustingsstuk
- uitrustingsstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

material bijvoeglijk naamwoord

material
materieel; stoffelijk
- materieel bijvoeglijk naamwoord
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
material (calmo; de negocios; sobrio; directo; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; realista; indiferente; concreto)
zakelijk; nuchter; koel
- zakelijk bijvoeglijk naamwoord
- nuchter bijvoeglijk naamwoord
- koel bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor material:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
goedje	chismes; cosa; material; substancia	bienes; chanchullos; chismes; cosas; cositas; mercancías; productos; trabajos
materiaal	chismes; cosa; material; substancia	artículo; artículos; enseres; material básico; menesters; útiles
materieel	material
spul	chismes; cosa; material; substancia
uitrustingsstuk	equipo; material; objeto de equipo
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
koel	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio	airado; calmo; cerrado; con escalofríos; despreocupado; estremecido; fresco; fresquito; frío; impasible; impávido; ligero; refrigerante; reservado; retraído
materieel	material
nuchter	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio	sensato; sobrio
stoffelijk	material	concreto; perceptible; tangible
zakelijk	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio

Verwante woorden van "material":

materiales

Synoniemen voor "material":

mobiliario; moblaje; ajuar; enseres; menaje; utillaje; equipaje
terrenal; tangible; temporal

Wiktionary: material

material

noun

onbewerkt, ruw materiaal als basis voor een product
- grondstof → material; recurso natural
een tastbare stof
- materiaal → material
wat nodig is aan gereedschappen, machines enz. voor werk of bedrijf dus niet de grondstof (terminologie met name gebruikelijk bij het leger, de politie, brandweer)
- materieel → material

adjective

betrekking hebbend op materiaal of materialen
- materieel → material
tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel
- stoffelijk → material

Cross Translation:

From	To	Via
• material	→ materiële; materieel	↔ material — related to matter
• material	→ materieel; materiële; wereldlijke; wereldlijk	↔ material — worldly
• material	→ grondstof; materiaal	↔ material — matter
• material	→ stoffelijk	↔ stofflich — aus Materie bestehend
• material	→ grondstof; materiaal; materieel	↔ matériau — À trier

Verwante vertalingen van material